Tekortkoming wederpartij?: Stuur ingebrekestelling!

expertise:

Ondernemingsrecht - M&A

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

11 juni 2018

Inleiding

Gedurende de tijd dat de juiste prestatie uitblijft nadat zij opeisbaar is geworden, is de schuldenaar in verzuim. Soms treedt het verzuim pas in, nadat de schuldeiser een ingebrekestelling heeft gezonden aan de schuldenaar. Een ingebrekestelling is een schriftelijke aanmaning waarbij de schuldenaar een redelijke termijn voor nakoming van gesteld en hij aansprakelijk is voor alle schade, wanneer nakoming binnen deze termijn uitblijft. Onder ‘schriftelijk’ wordt in dit geval ook verstaan per fax, e-mail of deurwaardersexploot. In zijn ingebrekestelling moet de schuldeiser duidelijk aangeven van welke specifieke verbintenis hij alsnog nakoming verlangt. Of een termijn voor nakoming redelijk is, hangt af van alle omstandigheden van het geval (zoals de duur van de termijn, de aard van de prestatie en de benodigde, voorbereidende handelingen). In twee gevallen kan de schuldeiser volstaan met een schriftelijke mededeling met daarin een aansprakelijkheidstelling, namelijk wanneer de schuldenaar tijdelijk niet kan nakomen (bijvoorbeeld bij een in- of uitvoerverbod) of uit zijn houding blijkt dat een aanmaning nutteloos zou zijn (bijvoorbeeld door uitlatingen jegens derden).

Laat de schuldenaar weten aan de schuldeiser dat hij niet zal nakomen (of kan de schuldeiser dat afleiden uit een mededeling van de schuldenaar), dan is de schuldenaar van rechtswege (dus zonder ingebrekestelling) vanaf dat moment in verzuim. De schuldenaar is eveneens van rechtswege in verzuim als een voor de voldoening bepaalde termijn verstrijkt, zonder dat de verbintenis wordt nagekomen. Hoofdregel is dat alle, bij overeenkomst of andere rechtshandeling voor de nakoming gestelde termijnen, fatale termijnen zijn. Dat kan ook gelden voor uitdrukkelijk overeengekomen betalingstermijnen. Uit de aard van de overeenkomst, de aard van de verbintenis in kwestie of de overige omstandigheden van het geval kan echter volgen dat de termijn geen fataal karakter heeft.

Waarom is het belangrijk dat de schuldenaar in verzuim is? Vanaf dat moment kan de schuldeiser ontbinding vorderen van de overeenkomst indien de schuldenaar tekortschiet. Ook heeft de schuldeiser vanaf dat moment recht op schadevergoeding op grond van een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie).

Het vorenstaande is te illustreren met een recente uitspraak van de rechtbank Limburg (6 juni 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:5352).

Het vonnis van de rechtbank Limburg

Eisende partij heeft in de tweede helft van 2017 als onderaannemer in opdracht van gedaagde partij timmerwerkzaamheden uitgevoerd. Eisende partij heeft daarvoor aan gedaagde partij gefactureerd. Gedaagde partij heeft de aan hem toegezonden facturen deels – tot een bedrag van € 9.868,00 – ondanks aanmaningen en sommaties onbetaald gelaten.

Eisende partij vordert betaling van de facturen die hij in verband met de door hem uitgevoerde werkzaamheden aan gedaagde partij heeft doen toekomen. Het gaat om een totaalbedrag van € 21.600,00, van welk bedrag gedaagde partij € 9.868,00 onbetaald heeft gelaten.

Gedaagde partij voert tegen de vordering aan dat er gronden zijn om de vordering deels op te schorten en anderzijds doet gedaagde partij een beroep op verrekening. Gedaagde partij stelt zich daarbij op het standpunt dat eisende partij ondeugdelijk werk heeft afgeleverd, nu hij heeft verzuimd om conform afspraak bij werkzaamheden te Mechelen de kleine ramen te isoleren. Gedaagde partij heeft de schade die gepaard gaat met herstel geraamd op een bedrag van € 3.000,00.

Eisende partij heeft een en ander betwist. Eisende partij voert in dat verband aan dat hij het werk heeft geïsoleerd zoals hem door gedaagde partij was opgedragen.

Ten aanzien van de kwestie “Mechelen” overweegt de kantonrechter het navolgende. De kantonrechter stelt vast dat eisende partij voor de door gedaagde partij gestelde ondeugdelijke uitvoering van de werkzaamheden te Mechelen niet in gebreke is gesteld. Evenmin is eisende partij de gelegenheid geboden om – voor zover er al van een gebrek sprake zou zijn – dit te herstellen. Daarnaast heeft gedaagde partij nagelaten om het door hem opgevoerde schadebedrag van € 3.000,00 van enige onderbouwing te voorzien. gedaagde partij heeft ter zitting verklaard dat hij het door hem zelf gestelde gebrek nog niet heeft beoordeeld. gedaagde partij heeft aangegeven enkele dagen na de zitting van 22 mei 2018 het werk bij zijn opdrachtgever in ogenschouw te zullen nemen.

De kantonrechter is van oordeel dat het verweer zoals dat door gedaagde partij ten aanzien van de werkzaamheden te Mechelen is gevoerd moet worden gepasseerd. Het had op de weg van gedaagde partij gelegen om eisende partij in gebreke te stellen en hem een redelijke termijn te gunnen om voor herstel – waar nodig – zorg te dragen. Daarnaast blijkt op geen enkele wijze dat de opdrachtgever van gedaagde partij zich tot gedaagde partij heeft gewend en heeft geklaagd over de gebrekkige uitvoering van de aan gedaagde partij – en indirect aan eisende partij – verstrekte opdracht. Enige schade is dan ook niet komen vast te staan. De werkzaamheden te Mechelen leveren dan ook naar het oordeel van de kantonrechter geen enkele grond op om betaling van de facturen op te schorten.

Aanbeveling voor de praktijk

De schuldeiser moest stellen en bewijzen, dat de schuldenaar is tekortgeschoten. Dit betekent dat hij hetzij verzuim hetzij onmogelijkheid van nakoming moet stellen en aantonen. Een toerekenbare vertraging in de nakoming maakt de debiteur nog niet schadeplichtig. Daarvoor is verzuim vereist. Hiertoe dient de debiteur in beginsel in gebreke te worden gesteld door een schriftelijke aanmaning, waarbij hem een redelijke termijn van nakoming wordt gegund. Een en ander geldt zowel voor vertraging in de nakoming, als bij een herstelbare ondeugdelijke nakoming.

Uitgangspunt is dat een duidelijke ingebrekestelling vereist is. In het geval van een verbintenis die niet onder een fatale termijn is aangegaan, is het zo dat de debiteur niet eerder op het niet-nakomen van de betreffende verbintenis kan worden aangesproken, dan nadat is komen vast te staan wanneer hij had moeten nakomen (en dat dat nakomen niet (correct) is gebeurd).

In zoverre kan gezegd worden dat de verzuimregeling strekt ter bescherming van de schuldenaar; het ligt dus op de weg van de schuldeiser erop toe te zien dat het door hem gewenste uiterste tijdstip van nakoming hetzij schriftelijk in de overeenkomst wordt opgenomen, hetzij via een schriftelijke sommatie/ingebrekestelling aan de schuldenaar wordt opgelegd.

Daarbij is van belang dat onduidelijkheid, onvolledigheid of vaagheid met betrekking tot het tijdstip van de nakoming – juist gelet op de ratio van de verzuimregeling – in beginsel voor risico van de schuldeiser komt.

Kortom: maak duidelijke en schriftelijke termijnafspraken of verzend een duidelijke en schriftelijke sommatie als uw schuldenaar niet of niet volledig presteert. Geef daarin duidelijk aan wat en op grond waarvan u een en ander van de schuldenaar eist, binnen welke termijn en wat de consequenties zijn als de schuldenaar niet alsnog presteert (e.g. ontbinding en/of schadevergoeding).

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of heeft u andere ondernemingsrechtelijke vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Marc Janssen of andere leden van de sectie ondernemingsrecht.