Let op: bestuurdersaansprakelijkheid bij schending administratieplicht

expertise:

Ondernemingsrecht - M&A

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

28 juli 2023

Inleiding

Een recente uitspraak van de Hoge Raad, de hoogste civiele rechter, van 16 juni 2023 geeft aanleiding om op dit onderwerp in te gaan.

Bestuurdersaansprakelijkheid in een faillissementssituatie is met enige regelmaat in de rechtspraak aan de orde. Artikel 2:248 lid 2 BW creëert hoofdelijke aansprakelijkheid voor zowel statutaire als feitelijke bestuurders voor het tekort na het faillissement van de vennootschap, indien een bestuur niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit artikel 2:10 BW (de boekhoudverplichting) of artikel 2:394 BW (de – tijdige – publicatie van de jaarstukken).

Het niet voldoen aan bovengenoemde wettelijke verplichtingen heeft tot gevolg dat het bestuur onweerlegbaar wordt vermoed zijn taken (ook voor het overige) onbehoorlijk te hebben vervuld. En ook dat deze onbehoorlijke taakvervulling wordt vermoed een belangrijke oorzaak te zijn geweest van het faillissement van de vennootschap. Dit laatste vermoeden is vatbaar voor tegenbewijs door de bestuurders.

Lukt dat niet, dan zijn de bestuurders in beginsel hoofdelijk aansprakelijk voor het – gehele – tekort in het faillissement, dus de schulden van de vennootschap, voor zover die niet uit het actief van de vennootschap kunnen worden voldaan.

Deponering jaarrekening

De maximale termijn van deponering van de jaarrekening is 12 maanden na het einde van het boekjaar.

De plicht tot openbaarmaking van de jaarrekening is neergelegd in artikel 2:394 BW. Te late deponering van de jaarrekening kan in faillissement leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:248 BW.

Een “onbelangrijk verzuim” wordt niet in aanmerking genomen. Wanneer daarvan sprake is, is een vraag die al regelmatig aan de orde is gekomen in gerechtelijke procedures. Is enkele dagen te laat deponeren een onbelangrijk verzuim? En enkele maanden?

De vraag of sprake is van een “onbelangrijk verzuim” hangt af van alle omstandigheden van het geval en aan die omstandigheden moeten hogere eisen worden gesteld naarmate de overschrijding van de maximale termijn langer is.

De boekhoudverplichting

Doel van de boekhoudverplichting is dat uit de administratie van de rechtspersoon te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. De verplichting tot publicatie van jaarstukken sluit aan bij dit doel.

Uitspraak van de Hoge Raad d.d. 16 juni 2023

In deze procedure (ECLI:NL:HR:2023:925) vordert de curator onder meer hoofdelijke veroordeling van de bestuurders tot betaling aan hem van het tekort in het faillissement van de gefailleerde B.V. Volgens de curator is op een groot aantal punten door de bestuurders niet aan de administratieplicht voldaan. Een van de kernpunten is dat de administratie op datum faillissement niet was bijgewerkt. Eerst op 11 mei 2016 – zes weken na faillissement – is de administratie bijgewerkt en aangeleverd.

De rechtbank en het hof hebben de vordering van de curator afgewezen. De curator klaagt bij de Hoge Raad over deze afwijzing.

Deze klacht slaagt, oordeelt de Hoge Raad. De curator heeft nauwkeurig uitgelegd dat en waarom ook de op 11 mei 2016 aangeleverde bijgewerkte administratie van de gefailleerde niet volledig was.

Verder blijkt dat de curator ook na mei 2016 herhaaldelijk heeft verzocht om stukken uit de administratie van de gefailleerde B.V., die volgens de curator nog niet volledig aan hem ter beschikking was gesteld.

Volgens de Hoge Raad is het hof op onbegrijpelijke gronden voorbij gegaan aan de onderbouwde stellingen van de curator met betrekking tot de volgens hem onvolledige (aanlevering van de) administratie van de gefailleerde B.V. Nu het hof deze stellingen ten onrechte niet in zijn beoordeling heeft betrokken, kon het hof niet tot het oordeel komen dat de bestuurders aannemelijk hebben gemaakt dat de curator kan beschikken over de volledige administratie van de gefailleerde B.V.

Conclusie

De administratieplicht moet door bestuurders serieus worden genomen, zo blijkt ook uit deze recente uitspraak van de Hoge Raad. Zeker bij zwaar financieel weer, dat onverhoopt eindigt in een faillissement van de vennootschap. De curator zal dan zeker de deponerings- en boekhoudplicht onder de loep nemen.

Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog of heeft u andere insolventierechtelijke vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Marc Janssen of met een van de leden van de sectie Insolventie & Herstructurering.