Discussie over koopzondagen is zaak voor gemeentepolitiek

‘Oorlog’ openstelling gaat ten onrechte verder in rechtszaal. De koopzondag is voor de ene bezoeker een gezellig dagje uit, voor de andere een doorn in het oog vanwege bepaalde geloofsovertuigingen. Voor de ene winkelier een dag extra omzet in crisistijden, voor de andere concurrentienadeel. Al jaren woedt er een verbeten strijd tussen voor- en tegenstanders.

De slag in het politieke debat lijkt beslist met de inwerkingtreding van de gewijzigde Winkeltijdenwet op 1 januari 2011. De oorlog gaat echter ‘vrolijk’ verder in de rechtszaal. Vorige week donderdag vond de eerste slag plaats en wel bij de voorzitter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Op de uitspraak moet weliswaar tot 1 september worden gewacht, maar de tegenstanders lijken een verloren strijd te voeren.

Uit onderzoek blijkt dat in 2007 ongeveer 35% van de gemeenten een zogenoemde ‘toerismebepaling’ hadden opgenomen in hun Winkeltijdenverordening. Nadien is dat percentage alleen maar toegenomen. Op grond van een dergelijke bepaling kan voor bepaalde gebieden vrijstelling worden verleend om iedere zondag winkels open te stellen. Onder druk van vooral christelijke partijen, is onder het kabinet Balkenende 4 besloten tot inperking van deze ‘toerismebepaling’. Voortaan moet in een gebied sprake zijn van toerisme met een substantiële omvang.

Klik hier om het gehele artikel te lezen dat is gepubliceerd in het Financieele Dagblad van 27 augustus.