Wetsvoorstel kwaliteitsborging ingediend

26 april 2016

Er zit schot in de voornemens van minister Blok om de kwaliteitsborging in de bouw te verbeteren. Eind maart berichtten wij u nog dat de vrees bestond dat het wetsvoorstel in de ijskast zou belanden. Ruim 2,5 jaar na de eerste initiatieven is het wetsvoorstel op 15 april jl. dan toch ingediend bij de Tweede Kamer.

Doel van het wetsvoorstel is het waarborgen van de constructieve veiligheid van bouwwerken. Fasegewijs moet een stelsel van private kwaliteitsborging in de plaats treden van het bouw- en woningtoezicht door gemeenten. Het instrument voor kwaliteitsborging wordt afgestemd op het type bouwwerk. De bouwwerken worden gecategoriseerd in gevolgklassen, waarbij bijvoorbeeld een woonhuis in de laagste en een voetbalstadion in de hoogste categorie valt.

Daarnaast worden aannemers in beginsel aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, maar die wel toerekenbaar zijn. Dit in afwijking van de huidige wettelijke regeling in artikel 7:758 BW en paragraaf 12 UAV.

Opvallend is dat het Wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen zoals dat nu bij de Tweede Kamer is ingediend minder ingrijpend is dan het initiële ontwerpvoorstel. De nieuwe aansprakelijkheidsregeling voor aannemers wordt bijvoorbeeld geen dwingend recht. Afwijking ten nadele van de opdrachtgever zal mogelijk zijn voor professionele partijen. Bovendien zal het bouwen zonder onderwerping aan een instrument voor kwaliteitsborging in de toekomst geen economisch delict vormen.

Hoe lang de behandeling van het wetsvoorstel zal duren, valt niet met zekerheid te zeggen. In het kamerjaar 2014/2015 was de gemiddelde doorlooptijd van een wetsvoorstel 375 dagen.

Uiteraard houden wij, mr. Philip van der Ven en mr. Amy van Wanrooij, u op de hoogte van de ontwikkelingen gedurende de behandeling.