Voetbal tegen achterhoofd: werkgever aansprakelijk

expertise:

Arbeidsrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

20 maart 2014

Artikel 7:658 BW legt op de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van zijn werknemers en regelt de aansprakelijkheid van de werkgever voor de schade die zijn werknemers lijden in het geval deze zorgplicht niet wordt nagekomen. Uit rechtspraak blijkt dat er hoge eisen worden gesteld aan deze zorgplicht. In een zaak die recent speelde voor het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt dat bevestigd (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 januari 2014, ECLI:NL:GHARL:568).

Casus

Een pedagogisch medewerkster bij justitiële jeugdinrichting Het Poort loopt op 23 juli 2010 letsel op doordat een gedetineerde jongen tijdens het luchten, een harde leren voetbal bewust tegen haar achterhoofd schiet. De dag na dit incident meldt de medewerkster zich ziek. Op 30 augustus 2010 hervat zij haar werkzaamheden, waarna zij zich op 25 oktober 2010 opnieuw ziek meldt. Vanaf 21 december 2010 tot 7 april 2011 wordt zij vervolgens opgenomen in een psychiatrische kliniek. Dit vanwege toenemende depressieve klachten en vermoedelijk psychotische verschijnselen. De arbeidsovereenkomst tussen de medewerkster en Het Poortje is op 1 juni 2011 van rechtswege geëindigd.

Eerste aanleg

In eerste aanleg heeft de medewerkster Het Poortje gedagvaard en gevorderd dat de kantonrechter bepaalt dat Het Poortje als werkgever aansprakelijk is voor de door medewerkster "als rechtstreeks gevolg van het bedrijfsongeval geleden schade". Het Poortje voerde daartegen onder meer aan dat er geen sprake is van schade in de uitoefening van de werkzaamheden. In dat verband wijst zij er op dat niet aannemelijk is dat de psychische klachten van het gevolg zijn van het incident van 23 juli 2010. Ook heeft Het Poortje betoogd dat zij haar zorgplicht niet heeft geschonden en dat, als al sprake is van een zorgplichtschending, het causaal verband tussen deze schending en het incident met de bal ontbreekt.

De kantonrechter overweegt in het vonnis van 27 november 2012 dat nu niet is bestreden dat de medewerkster tijdens haar werk een bal tegen het achterhoofd heeft gekregen en daardoor een hersenschudding heeft opgelopen, de mogelijkheid dat zij daardoor schade heeft geleden voldoende aannemelijk is geworden. De kantonrechter gaat niet in op de vraag of er sprake is geweest van een zorgplichtschending.

Oordeel hof

In hoger beroep komt de vraag of Het Poortje tekort is geschoten in haar zorgplicht wél aan de orde. Het hof komt in haar uitspraak van 28 januari 2014 tot het oordeel dat er een onveilige situatie is gecreëerd doordat de in Het Poortje ingesloten jongens de gelegenheid is geboden om op de luchtplaats met een leren wedstrijdbal te voetballen. Daarbij weegt het hof onder meer mee dat het voor Het Poortje eenvoudig was de veiligheidssituatie te verbeteren, door te bevorderen dat er gebruik werd gemaakt van een kleinere bal. Het Poortje heeft dat nagelaten en is om die reden in haar zorgplicht tekortgeschoten.