Het Begrijpen van Anglo-Amerikaanse Contractmodellen (deel 3)

16 september 2020

Bedrijven die betrokken zijn bij internationale transacties moeten zich bewust zijn van het onderscheid in het gewoonterecht tussen wet en billijkheidsbeginselen. Dit is vooral van belang bij het opstellen en beoordelen van remedies voor contractbreuk. Partijen die blindelings de tekst van hun modelcontract volgen, kunnen zichzelf beroven van hun primaire recht om precies dat te krijgen waarvoor ze onderhandeld hebben.

Een gebrek aan begrip van het onderscheid tussen recht en billijkheid leidt over het algemeen tot problemen wanneer een commercieel verkoopcontract wordt beheerst door het burgerlijk recht, maar de aard van de contractuele bepalingen voornamelijk gewoonterecht is of andersom. Dit kan zich voordoen wanneer partijen gebruik maken van een gestandaardiseerd internationaal commercieel contract en waarbij de sterkste partij, gevestigd in een gewoon of burgerlijk rechtsgebied, de andere partij ‘dwingt’ tot het gebruik van een contractmodel dat niet gebaseerd is op principes van dezelfde aard als het recht dat het contract beheerst.

Recht en billijkheid en het belang van het begrijpen van het onderscheid

Onze derde blog gaat over het belang van het onderscheid tussen recht en billijkheid in Anglo-Amerikaanse contractmodellen. Meer specifiek ligt de focus op het vermogen van de rechtbanken om de partijen bij een commercieel verkoopcontract te voorzien van precies datgene waarvoor ze onderhandeld hebben door de belover te gelasten zijn verplichtingen specifiek na te komen.

Dit is relevant voor een veelvoud aan niet-monetaire verplichtingen. Bijvoorbeeld, een internationale detailhandelaar (koper), gevestigd in een burgerlijk rechtsgebied, sluit een commercieel verkoopcontract met een groothandelaar (verkoper), gevestigd in een gewoonterecht gebied, voor de levering van 100.000 op maat geproduceerde goederen. De groothandelaar weigert de goederen te leveren en biedt financiële compensatie aan. De gedupeerde koper weigert het aanbod en stapt naar de rechter omdat hij een speciaal belang heeft bij de levering van de goederen. Terwijl het burgerlijk recht de koper een wettelijk recht op levering van de goederen biedt, staat de common law-traditie alleen de nakoming van de leveringsverplichting van de verkoper toe onder specifieke omstandigheden en bij afwezigheid van tegen-uitzonderingen. Met andere woorden, de standaard remedie onder het gewoonterecht is schadevergoeding voor contractbreuk en niet de gedwongen uitvoering van de in gebreke blijvende partij. Alleen in zeer specifieke situaties mogen de rechtbanken een beroep doen op de billijke remedie van gedwongen uitvoering.

In Anglo-Amerikaanse contractmodellen wordt de term billijke remedies soms gebruikt om het recht op nakoming van de verplichtingen van de partijen te verduidelijken. Echter, zo’n clausule heeft geen invloed op de discretionaire bevoegdheid van rechtbanken om schadevergoeding te gelasten. Bovendien kunnen burgerlijke rechtbanken de term billijke remedies interpreteren als een uitnodiging om algemene overwegingen van billijkheid toe te passen. Vandaar dat het van het grootste belang is om een volledig begrip te hebben van het onderscheid tussen recht en billijkheid bij het gebruik van Anglo-Amerikaanse contractmodellen voor grensoverschrijdende transacties.