Overdracht van vergunningen

24 augustus 2004

Stel dat u een onderneming overneemt. Kunnen dan zonder meer vergunningen tezamen met de overige activa worden overgenomen?

Met andere woorden: hoe kan een vergunning overgaan? Anders gezegd: of èn hoe kan een vergunning gaan gelden voor een andere (rechts)persoon dan degene aan wie deze vergunning is verleend? De mogelijkheid en wijze van overgang van vergunningen is in het bestuursrecht slecht geregeld. In sommige wetten zijn regels voor de overgang opgenomen; in de meeste echter niet.

Voor beantwoording van de vraag of een vergunning kan overgaan is het onderscheid tussen persoonsgebonden en zaaksgebonden vergunningen van belang. Bij een zaaksgebonden vergunning gaat het om de hoedanigheid van de aanvrager, niet zozeer om hem persoonlijk maar om het zijn van bijvoorbeeld eigenaar, gebruiker of exploitant. Vrij algemeen wordt aangenomen dat wanneer een wettelijke regeling voor overgang ontbreekt, zaaksgebonden vergunningen desalniettemin kunnen overgaan, maar persoonsgebonden vergunningen niet.

In de uitspraak van de Rechtbank te Arnhem van 15 juli 2003 (AB 2004, 32) laat de Voorzieningenrechter zich uit over de overdracht van een vergunning op grond van de Rivierenwet. Deze vergunning is zaaksgebonden. De advocaat had bepleit dat de vergunning was overgegaan door de privaatrechtelijke levering van de betreffende bedrijfsactiviteit.

Het oordeel van de voorzieningenrechter over een vergunning waarvoor de wet, op grond waarvan de vergunning is verleend, geen regeling voor overgang van de vergunning kent, is als volgt. In geval een vergunning is overgedragen aan een rechtsopvolger moet het bevoegde bestuursorgaan voor overgang van de vergunning een besluit tot wijziging tenaamstelling nemen. Hoewel hiervoor reeds is opgemerkt dat in zijn algemeenheid kan worden gezegd dat een (zaaksgebonden) vergunning als de onderhavige overdraagbaar is, tenzij bij of krachtens een wettelijk voorschrift anders is bepaald, kan niet staande worden gehouden dat een verleende vergunning buiten enige bemoeienis van het vergunningverlenend orgaan om kan worden overgedragen respectievelijk op een andere naam kan worden gesteld. Dit houdt in dat het betreffende bestuursorgaan, op verzoek van de vergunninghouder / verkoper, diens rechtsopvolger of beiden, de tenaamstelling van de vergunning wijzigt op naam van de rechtsopvolger.

Partijen moeten (en kunnen) er volgens de Voorzieningenrechter niet van uitgaan dat een vergunning voor de koper reeds gaat gelden na een overdracht volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek (de privaatrechtelijke levering). Niet de privaatrechtelijke levering, maar de handeling van het bestuursorgaan is volgens de rechter bepalend voor de overdracht.

Deze zaak illustreert het belang voor bedrijven, particulieren en het bestuur bij duidelijke regels voor overgang van vergunningen. Ook is het belangrijk vooraf goede afspraken te maken en tijdig advies aangaande de overname van een vergunning in te winnen.