Openbaarheid behandeling personen- en familie-erfrechtzaken

expertise:

Familie- & Erfrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

20 mei 2012

Op 24 april 2012 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het voorstel dat het mogelijk maakt om de behandeling van zaken in het personen- en familie-erfrecht in het openbaar te laten plaatsvinden. Deze wijziging is het gevolg van twee uitspraken (Moser [1] en B&P [2]) van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Daarin is – kort gezegd – bepaald dat het niet in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) als de wetgever een categorie zaken aanwijst, die zich niet voor openbare behandeling leent. Voorwaarde daarbij is echter wel dat de rechter in een individuele zaak alsnog tot openbaarheid kan beslissen als hem daarom door een belanghebbende wordt verzocht.

Huidige situatie
Op dit moment bepaalt artikel 803 Rechtsvordering (hierna Rv) dat de behandeling van personen- en familie-erfrechtzaken met gesloten deuren geschiedt. De rechter heeft in personen- en familie-erfrechtzaken dus geen bevoegdheid om op verzoek van een belanghebbende te beslissen de behandeling van de zaak geheel of gedeeltelijk openbaar te laten verlopen. De rechter kan op verzoek van een belanghebbende in een familiezaak een derde, bijvoorbeeld een familielid, toestemming verlenen om bij de mondelinge behandeling van de zaak aanwezig te zijn. Een dergelijk verzoek wordt echter afgewezen indien één van de overige belanghebbende bij de zaak daarvoor geen toestemming verleent. Als er geen bezwaren tegen de aanwezigheid van de derde zijn en de rechter verleent de derde toestemming de mondelinge behandeling bij te wonen, dan is er geen sprake van een openbare behandeling van de zaak. Een behandeling van een zaak is pas namelijk openbaar wanneer een ieder wordt toegestaan de behandeling van de zaak bij te wonen.

Toekomst
Artikel 803 Rv wordt zodanig gewijzigd dat de rechter wel de mogelijkheid heeft om een familiezaak (gedeeltelijk) openbaar te behandelen. Artikel 803 komt dan ook te luiden:

  1. In verband met de belangen van minderjarigen of de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van belanghebbenden, geschiedt de behandeling met gesloten deuren.
     
  2. De rechter kan evenwel op verzoek van een belanghebbende bepalen dat de behandeling geheel of gedeeltelijk openbaar is, indien zwaarwegende belangen bij openbaarheid daartoe aanleiding geven en de belangen als bedoeld in het eerste lid zich daartegen niet verzetten.

Het uitgangspunt in de wet dat personen- en familie-erfrechtzaken in beginsel met gesloten deuren worden behandeld om de belangen van minderjarigen en de bescherming van de privacy van betrokkenen te waarborgen, mag een rechter uiteraard niet uit het oog verliezen en is daarom ook in het eerste lid van artikel 803 Rv vastgelegd.  

Een belanghebbende kan de rechter op basis van artikel 803 lid 2 Rv schriftelijk verzoeken de familiezaak (gedeeltelijk) openbaar te behandelen [3]. De rechter dient dan eerst te toetsen of het verzoek door een belanghebbende is ingediend. Als het verzoek door een persoon wordt gedaan die niet als belanghebbende in de desbetreffende familiekwestie kan worden aangemerkt, dan zal het verzoek niet – ontvankelijk worden verklaard. Een ongemotiveerd verzoek door een belanghebbende kan zonder meer door de rechter worden afgewezen. Wanneer de verzoekende belanghebbende zijn verzoek motiveert en aannemelijk maakt dat hij zwaarwegende belangen heeft bij een openbare behandeling van de familiezaak, dan zal de rechter de andere belanghebbende(n), bijvoorbeeld de partijen, in de gelegenheid dienen te stellen hun eventuele bezwaren tegen het verzoek kenbaar te maken

De rechter zal vervolgens op basis van de feiten en de omstandigheden moeten toetsen of de verzoekende belanghebbende inderdaad een zodanig zwaarwegend belang heeft, dat een (gedeeltelijke) openbare behandeling van de zaak dient te volgen. Onduidelijk is wat er wordt verstaan onder een ‘zwaarwegend belang’. In de nota naar aanleiding van het verslag staat louter vermeld dat er geen sprake van een zwaarwegend belang is als de verzoekende partij om financiële of commerciële redenen om een openbare behandeling van de familiezaak vraagt [4]. De invulling van het criterium ‘zwaarwegende belangen’, wordt dus aan de rechtspraak overgelaten. De beslissing van de rechter wordt beschouwd als een procesbeslissing waarvan geen hoger beroep openstaat.

Wanneer het verzoek om een openbare behandeling van de zaak wordt toegewezen en er dus een openbare behandeling van de zaak plaatsvindt, heeft een ieder vrije toegang tot het bijwonen van de mondelinge behandeling. 

Als de rechter, naar aanleiding van een verzoek van een belanghebbende, de familiezaak openbaar behandelt, dan zal ook de volledige beschikking gepubliceerd worden. Als de rechter bepaalt dat slechts een deel van de mondelinge behandeling openbaar is of als hij heeft bepaald dat slechts een deel van hetgeen ter zitting is behandeld niet openbaar mag worden gemaakt, zal er een geanonimiseerde beschikking worden gepubliceerd.

Ik verwacht dat de openbare behandeling van een familie-erfrechtzaak slechts in uitzonderlijke omstandigheden zal plaatsvinden. Partijen in een echtscheidingskwestie hebben immers weinig behoefte aan het openbaren van de inhoud van hun zaak. De praktijk zal echter moeten uitwijzen….

Klik hier voor meer informatie.

[1] EHRM 21 december 2006, nr. 12643/02.
[2] EHRM 5 september 2001, nrs. 36337/97 en 35974/97.
[3] De rechter zou er voor kunnen kiezen de behandeling van de verzoeken om de zorg van de kinderen achter gesloten deuren te laten plaatsvinden en de behandeling van het verzoek om de verdeling van de gemeenschap van goederen openbaar te laten plaatsvinden. In dat geval is sprake van een gedeeltelijke openbare behandeling van de zaak.
[4] Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 32 856, nr. 7.