Onredelijk huurverhogingsbeding woonruimte

“Bezint eer ge begint” past aardig op de huurincassozaak die Bouwinvest eerder dit jaar startte tegen een huurder van woonruimte. Deze huurder betaalde de laatste huurverhoging niet omdat er volgens hem sprake was van overlast veroorzakende onderverhuur (door Bouwinvest) in de buurt en gebreken aan het gehuurde. Hier ging de rechter niet in mee omdat deze argumenten niet voldoende concreet waren of gewoon onjuist.

Bijzonder was hier echter dat de rechter ambtshalve, dus ongevraagd, het contractuele huurverhogingsbeding ging toetsen aan een Europese Richtlijn. Die beschermt consumenten kort gezegd tegen oneerlijke bedingen van professionele verhuurders. U raadt het al, Bouwinvest bediende zich van een dergelijk oneerlijk beding. Naast een CPI indexering (op zich redelijk) mocht Bouwinvest namelijk op grond van dat beding de huur elk jaar ook nog eens 5% verhogen, zonder reden. Onduidelijk, oneerlijk en willekeurig volgens de rechter. En zo kreeg deze procedure voor Bouwinvest toch een onverwachte wending. De vordering werd afgewezen omdat er geen huurachterstand bestond maar door vernietiging van het beding (niet alleen die 5% maar vreemd genoeg ook de CPI) door de rechter een huurvoorstand, dus een vordering van de huurder op Bouwinvest. Ai.

Wilt u meer weten, neem dan gerust contact op met Arjen de Bruijn of met een van de andere leden van de sectie Vastgoed, Bouw & Overheid.