Aftelreeks XVIII van het Distributierechtcentrum – Dubbele distributie (Informatie-uitwisseling (Artikel 2(7) VBER))

expertise:

Mededinging & Regulering

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

21 april 2022

Wat?

Dubbele distributie vindt plaats wanneer een leverancier zowel direct goederen of diensten verkoopt als via onafhankelijke distributeurs, waarbij hij concurreert met deze onafhankelijke distributeurs op de downstream markt. Een klassiek voorbeeld zou zijn van een fabrikant van een kledingmerk die deze kleren in zijn eigen winkels verkoopt maar ook vertrouwt op onafhankelijke retailers om de kleren in hun winkels te verkopen.

Dubbele distributie is nauwelijks een nieuw fenomeen. Al in 2010 werd het toegepast door fabrikanten om verschillende redenen. Bijvoorbeeld om een voorbeeld te stellen voor hun onafhankelijke distributeurs in zogenaamde “flagship stores”, om meer keuze te bieden aan de eindklanten, etc. In het afgelopen decennium is dubbele distributie echter steeds belangrijker geworden door de aanzienlijke toename van de online verkoop.

Het toegenomen gebruik van dubbele distributie heeft ertoe geleid dat de Europese Commissie gaat onderzoeken of het bestaande juridische kader nog wel aangepast is aan de veranderde marktomstandigheden. Het heeft ertoe geleid dat verschillende belanghebbenden sommige tekortkomingen van het juridische kader aanwijzen. Deze blog bespreekt informatie-uitwisselingen in het kader van dubbele distributie.

Een aanbieder van online tussenperson diensten runt een hybride platform wanneer zij enerzijds online tussenperson diensten biedt, namelijk het platform, en anderzijds ook goederen of diensten op haar eigen platform verkoopt in concurrentie met de bedrijven die het platform gebruiken.

Deze bijzondere concurrentierelatie tussen twee gebruikers van het platform kan zorgen baren. Bijvoorbeeld, de Europese Commissie heeft in 2019 besloten om (nog steeds lopende) antitrustprocedures tegen Amazon te starten. De Europese Commissie maakt zich zorgen over de standaardovereenkomsten tussen Amazon en zijn marktplaatsverkopers, die Amazon toestaan om concurrentiegevoelige informatie over de activiteiten van zijn concurrerende verkopers op zijn platform te gebruiken.

Nu?

Momenteel specificeren noch de VBER noch de Vertical Guidelines of de blokvrijstelling betrekking heeft op verticale overeenkomsten tussen een leverancier van online tussenpersoon diensten die ook goederen of diensten verkoopt in concurrentie met bedrijven waaraan zij dergelijke diensten levert (hybride platform) en die bedrijven. Artikel 2(4), eerste zin, VBER stelt dat de vrijstelling niet van toepassing is op overeenkomsten tussen concurrenten.

In het geval van een hybride platform, zijn de leverancier van de online tussenpersoon diensten en de marktplaatsverkopers concurrerende verkopers op het platform.

Daarom is de vraag of de uitzondering van artikel 2(4), tweede zin, VBER voor dubbele distributie ook van toepassing is op het geval van hybride platformen. Een verschil tussen een dubbele distributiescenario en het hybride platformscenario is dat in dubbele distributie de concurrerende partijen verschillende distributiekanalen gebruiken. In tegenstelling tot in het geval van een hybride platform, waarbij het platform het enige distributiekanaal is dat wordt gebruikt door zowel de leverancier van het platform als de concurrerende verkopers op het platform.

De toekomst vanaf 1 juni 2022?

Artikel 2(7) van het ontwerp VBER verduidelijkt dat de uitzondering van Artikel 2(4), tweede zin, VBER voor dubbele distributie niet van toepassing zal zijn in een hybride platform scenario. Daarom zullen verticale overeenkomsten tussen een leverancier van online tussenpersoon diensten met een hybride functie en bedrijven waaraan hij de tussenpersoon diensten levert niet profiteren van de VBER-vrijstelling.

In de praktijk?

Verticale overeenkomsten tussen een hybride platform en zijn gebruikers moeten op een case-by-case basis worden beoordeeld, met name met verwijzing naar de Vertical Guidelines en de Horizontal Guidelines.

Evaluatie?

Artikel 2(7) van het ontwerp VBER brengt enige duidelijkheid in de beoordeling van verticale overeenkomsten die worden gesloten door een leverancier van online tussenpersoon diensten met bedrijven die goederen of diensten op het platform verkopen in concurrentie met de leverancier van de diensten.

Wil je meer weten? Blijf op de hoogte…

We tellen af naar 1 juni 2022 en streven ernaar om je regelmatig updates en de nodige juridische kennis te bieden om je bedrijf volledig voor te bereiden op de toekomst. Neem ook eens een kijkje op het Distribution Law Center platform en onze LinkedIn pagina.