De flora- en faunawetgeving en de Wabo

06 november 2010

Indien wordt geconstateerd dat een beschermd planten- of dierensoort aanwezig is op een te ontwikkelen bouwterrein, dan dient dit te worden gemeld op grond van de Flora- en faunawet (hierna: Ffw). Voor 1 oktober jl. was naast de bouwvergunning een ontheffing op grond van de Ffw vereist. Met de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) op 1 oktober jl. zijn weliswaar een groot aantal 26 vergunningen samengevoegd tot één omgevingsvergunning, die bij één loket moet worden aangevraagd.

Echter, niet alle vergunningen c.q. toestemmingen zijn opgenomen in de Wabo. Ontheffing van de Ffw dient nog steeds te worden aangevraagd op grond van de Ffw. Sinds de inwerkingtreding van de Wabo kan de ontheffing op grond van de Ffw wel worden ‘aangehaakt’ bij de aanvraag van de omgevingsvergunning. Hierdoor kan de ontheffing samen met de omgevingsvergunning worden verleend. Indien men vergeet een ontheffing op grond van de Ffw aan te vragen, dient de aanvrager alsnog in de gelegenheid te worden gesteld om de aanvraag aan te vullen. Het is aan de gemeenten om de aanvragers voorafgaand de procedure te informeren. De uiteindelijke beoordeling van de aanvraag geschiedt door LNV. LNV geeft binnen 8 weken na ontvangst van de (volledige) aanvraag een zogenaamde Verklaring van geen bedenkingen (hierna: Vvgb) af dan wel weigert zij deze Vvgb. De Vvgb wordt afgegeven wanneer ontheffing van de verbodsbepalingen van de Ffw mogelijk is en er geen schadelijke effecten voor een beschermde populatie als geheel ontstaan. Men kan in beroep tegen de omgevingsvergunning en al haar onderdelen, dus ook de ontheffing op grond van de Ffw.

Het is aan de aanvrager om in het kader van de aanvraag voor een omgevingsvergunning een natuuronderzoek te doen. LNV geeft aan dat zij niet kan zeggen wanneer wel en wanneer geen onderzoek vereist is met als argument dat de natuur altijd aan verandering onderhevig is. Dieren en planten kunnen zich verplaatsen, uitbreiden en inkrimpen. LNV heeft wel te kennen gegeven dat zij er naar streeft om in de toekomst meer handvatten, zoals een Natuurwijzer, aan te bieden om op voorhand vast te kunnen stellen of ecologisch onderzoek noodzakelijk is.Zolang deze Natuurwijzer er echter nog niet is, raden wij u aan om voorafgaand aan de bouw een natuuronderzoek in te stellen en met de gemeente af te stemmen of een ontheffing moet worden aangevraagd. Daarbij geldt logischerwijs dat voorkomen beter is dan genezen. Op deze manier voorkomt u in ieder geval het risico dat de procedure tot afgifte van de omgevingsvergunning wordt vertraagd