De bouw uit de schaduw

31 juli 2003

Het eindrapport van de parlementaire enquête bouwnijverheid van 12 december 2002 is al weer bijna oud nieuws. Er is een kortstondige hausse van media-aandacht geweest, waarbij zelfs een aantal grote aannemers zich positief heeft uitgelaten vanwege de doorwrochtheid van het eindrapport van de parlementaire onderzoeks-commissie. 

Voordat het rapport verscheen, is er heftig gediscussieerd over de ‘impact’ van de parlementaire enquête. Na het verschijnen van het rapport is er eigenlijk alleen nog maar ophef ontstaan over de beschuldiging aan het adres van de bouwwereld dat de prijzen zouden zijn opgedreven met 8,8 %. Indien de schaduwboekhouding beschikbaar komt, zullen juristen aan de slag kunnen om de haalbaarheid van claims van opdrachtgevers te bestuderen. Opmerkelijk is dat de enquêtecommissie zelf op voorhand terughoudend is over de haalbaarheid van deze claims. De vraag blijft dan wel waar het percentage van 8,8 % vandaan komt.

Het rapport met bijlagen beslaat honderden bladzijden. Op dit moment zijn eigenlijk alleen nog maar de aanbevelingen van belang. Deze aanbevelingen beslaan niet meer dan 11 bladzijden (in de publieksversie van het eindrapport). Dit lijkt buitengewoon weinig en dat is ook zo. Het is kennelijk veel eenvoudiger om bepaalde praktijken aan de orde te stellen, dan om daar goede oplossingen bij te bedenken.

Veel aanbevelingen zijn zo algemeen dat men daar in de praktijk van alledag weinig mee kan. Enigszins concreet is het idee om een bouwminister aan te stellen die verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van bouwbeleid; dit idee wordt nu bij de kabinetsformatie meegenomen. Verder is het aanbrengen van een aanbestedingswet een aardig idee, maar daarmee is natuurlijk nog niets nieuws onder de zon.

Voor wat betreft de geschilbeslechting zet de commissie zich af tegen de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Er valt best wel wat aan te merken op de Raad van Arbitrage (zoals de benoemingsprocedure van arbiters), maar de Raad van Arbitrage heeft in de afgelopen jaren wel een degelijke staat van dienst opgebouwd bij de beslechting van aanbestedingsgeschillen, waarbij snelheid en deskundigheid een belangrijke rol hebben gespeeld.

De aanbeveling van de commissie om een aparte bouwkamer bij de rechtbank in te stellen (kennelijk alleen voor aanbestedingsgeschillen) klinkt als een interessante gedachte, maar de snelheid waarmee veel rechtbanken de afgelopen tijd werken (ondanks alle regels voor een betere en snellere procedure) voorspelt helaas weinig goeds.

Overigens lijken de volgende twee parlementaire enquêtes al in aantocht: de enquête over de Betuweroute en de HSL. Er is op beide projecten sprake van gigantische kostenoverschrijdingen. Overigens is daarmee geenszins gezegd dat deze overschrijdingen worden veroorzaakt door de uitvoerende partijen. Duidelijk is wel dat de bouw uit de schaduw blijft.