Corona: verval verplichtingen door een onvoorziene omstandigheid?

expertise:

Familie- & Erfrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

20 maart 2020

Sinds de aankondiging van de overheid dat de scholen sluiten en de grenzen gedeeltelijk worden gesloten, komt het openbaar leven langzaam tot stilstand. Bedrijven en (zelfstandig) ondernemers voelen de klap direct. Sommigen van hen hebben zelfs al besloten om voorlopig de deuren te sluiten. Deze week krijg ik van cliënten dan ook regelmatig de vraag: ben ik gehouden aan of moet ik de zojuist met mijn ex gesloten (alimentatie)overeenkomst wel tekenen?

Laat ik vooropstellen dat het antwoord op bovenstaande vraag per geval kan verschillen. Zo is onder meer het stadium waarin de onderhandelingen verkeren van belang. Is er al (mondeling) overeenstemming bereikt of is er nog slechts sprake van het uitwisselen van voorstellen die nog niet zijn geaccepteerd? In dat laatste geval is in beginsel nog geen sprake van een overeenkomst en ben je inhoudelijk niet gebonden (hoogstens gehouden om door te onderhandelen). Maar ook als er al wel mondeling of schriftelijk overeenstemming is bereikt, kunnen de (economische) gevolgen van het corona-virus ertoe leiden dat die overeenkomst moet en kan worden herzien.

Ter illustratie. Partijen zijn twee weken geleden een partneralimentatie overeengekomen van € 3.000 bruto per maand met daaraan gekoppeld een niet-wijzigingsbeding. Met andere woorden; in beginsel kan het bedrag in de toekomst niet wijzigen, ook niet bij een daling van het inkomen aan de zijde van de alimentatiebetaler. In de wet is echter een uitzondering gemaakt voor het geval er sprake is van “een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden, dat de alimentatiebetaler naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan het beding mag worden gehouden.” In de jurisprudentie is uitgemaakt dat slechts in uitzonderlijke gevallen een niet-wijzigingsbeding kan worden doorbroken en het bovendien dient te gaan om een omstandigheid die partijen bij het opstellen van de overeenkomst niet hebben kunnen voorzien of die niet voor rekening en risico van de alimentatiebetaler behoort te komen. Het corona-virus kan heel goed als een dergelijke omstandigheid worden gekwalificeerd.

Ook in het kader van de vermogensrechtelijke afwikkeling van de echtscheiding kan het corona-virus roet in het eten gooien. Stel nu dat de overbedelingssom (die uitbetaald moet worden in het kader van de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap) of de verrekensom (die betaald moet worden in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden) gefinancierd moet worden door de onderneming van één van de echtgenoten. Door de uitbraak van het corona-virus en de daartegen genomen (overheids)maatregelen is de omzet aanzienlijk gedaald of zelfs tot nihil gereduceerd, waardoor het niet (meer) verantwoord of mogelijk is om op dit moment een flinke geldsom aan de onderneming te onttrekken (in de vorm van dividend of een lening). Ook in deze situatie kan een beroep op onvoorziene omstandigheden ertoe leiden dat de gevolgen van de overeenkomst worden gewijzigd of dat de overeenkomst zelfs geheel of gedeeltelijk wordt ontbonden. Er zal dan opnieuw overleg nodig zijn om tot aangepaste afspraken te komen.

Zit u in hetzelfde schuitje of heeft u vragen over de invloed van de huidige coronacrisis op uw familie-erfrechtelijke verplichtingen, aarzel dan niet om contact met mij op te nemen.