Concurrentiebeding vier keer belicht

expertise:

Arbeidsrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

31 oktober 2001

Het concurrentiebeding is voortdurend onderwerp van geschil en discussie. Gebondenheid aan een concurrentiebeding wordt door werknemers vaak onderschat en ook werkgevers taxeren hun aanspraken uit een concurrentiebeding nogal eens onjuist. Zowel rechter als wetgever hebben zich recentelijk in het onderwerp verdiept. 

Overtreding van concurrentiebeding, toch geen verbod voor werknemer 

In een spoedprocedure werd aan de Kantonrechter te Assen door ex-werkgever gevraagd zijn ex-werknemer te verbieden bij zijn nieuwe werkgever – een rechtstreekse concurrent – werkzaam te zijn. Vastgesteld werd dat ex-werknemer het tussen hem en zijn ex-werkgever overeengekomen concurrentie-
beding naar de letter had overtreden. De vraag of ex-werkgever zijn ex-werknemer aan het concurrentiebeding mag houden werd na belangenafweging evenwel negatief beantwoord. De nieuwe werkgever was wat betreft aard, omvang en kwaliteit van de productie van het ter discussie staande product als concurrent van beperkte betekenis, en ging dat betreffende product zelfs afstoten. Daarenboven had ex-werkgever niets in zijn ex-werknemer geïnvesteerd en kon de ex-werknemer een positie verbetering ondergaan.

Géén concurrentiebeding wel verbod voor werknemer

Werknemer neemt ontslag en begint een met ex-werkgever concurrerend bedrijf. Hij had geen concurrentiebeding, dus stond het werknemer in beginsel vrij met zijn ex-werkgever te concurreren en relaties van deze te benaderen. Toch is de handelwijze van ex-werknemer, die 136 bedrijven heeft aangeschreven waarvan 132 klanten van ex-werkgever, als "mijn relatie" onrechtmatig volgens de Rechtbank te Leeuwarden. Dat deze enkele brief niet bestempeld kon worden als het stelselmatig profiteren van het bedrijfsdebiet van ex-werkgever, deed daar niet aan af. 

Bedrijfsovername en concurrentiebeding

Een concurrentiebeding maakt deel uit van de arbeidsovereenkomst met ex-werkgever, die zijn bedrijf heeft overgedragen. Indien werknemer in het kader van de bedrijfs-
overname is overgegaan naar de verkrijger is ook het concurrentiebeding mee overgegaan. 
Werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst met werkgever (vervreemder) rondom het moment van overgang van onderneming opgezegd en is bij een concurrent gaan werken. De werkgever (vervreemder) heeft in strijd met de EG-richtlijn werknemers niet tijdig vóór de totstandkoming van de overgang geïnformeerd. Hierdoor en vanwege het feit dat de Nederlandse Mededings Autoriteit nog toestemming diende te geven voor de overgang was de exacte datum van overgang voor werknemers onduidelijk. Bij gebreke van die twee elementen moet een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door werknemer als een beëindiging vóór de datum van overname worden beschouwd zodat er geen arbeidsovereenkomst met de verkrijger is ontstaan. Deze kan dus ook geen rechten ontlenen aan het concurrentiebeding en de oude werkgever ook niet nu hij na overdracht van zijn onderneming geen belang meer heeft.

Boete en/of schadevergoedingsbeding ter discussie; wijziging regeling concurrentiebeding in de maak. 

Veelal staat in het arbeidscontract op overtreding van een concurrentiebeding een sanctie omschreven in het boete en/of schadevergoedingsbeding. Over de geldigheid van deze bedingen wordt in recente jurisprudentie verschillend gedacht, al naar gelang de formulering van het beding. Het risico van nietigheid valt overigens te vermijden door de formulering van het beding in het contract aan te scherpen. 
De regeling van het concurrentiebeding zelf, wil het Kabinet aanscherpen door daar een maximum duur van één jaar aan te verbinden en de verplichting van werkgever om een vergoeding te betalen voor de duur van het beding. Het voorstel moet nog aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.