Betalingsonwil bestuurder inzake schulden vennootschap; bestuurder zelf aansprakelijk

expertise:

Ondernemingsrecht - M&A

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

30 juni 2014

In beginsel is een (statutair) bestuurder van een vennootschap niet aansprakelijk tegenover een schuldeiser van de vennootschap enkel en alleen omdat de vennootschap niet (tijdig) voldoet aan haar financiële verplichtingen tegenover een schuldeiser. Hierop bestaan echter uitzonderingen. Recent heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch een bestuurder van een vennootschap veroordeeld tot het betalen van door de schuldeiser van de vennootschap geleden schade wegens het onbetaald blijven van een vordering die zij had op de vennootschap.

Kort samengevat was de casus als volgt. X is enig bestuurder en aandeelhouder van een tweetal vennootschappen. In een procedure is een van deze vennootschappen uit hoofde van een geldleningovereenkomst veroordeeld tot betaling van een bedrag aan eiser. Betaling van deze opeisbare vordering bleef echter uit. Hierop volgend sprak eiser X aan op grond van onrechtmatig, zulks in diens hoedanigheid van bestuurder van deze vennootschap, omdat deze aan betaling door de vennootschap bewust geen medewerking verleende. In eerste aanleg werd deze vordering afgewezen. In hoger beroep veroordeelde het gerechtshof X echter tot betaling aan eiser.

Door het gerechtshof werd in onderhavige uitspraak aansluiting gezocht bij een arrest van de Hoge Raad van 4 april 2014. In dit arrest overwoog de Hoge Raad dat het handelen of nalaten van een bestuurder van de vennootschap ten opzichte van schuldeisers van de vennootschap in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is (of kan zijn) dat hem daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk kan zijn. In dat geval moet het wel zo zijn dat de bestuurder weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelswijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan geleden schade.

In deze zaak schoot bestuurder X op voornoemde punten tekort. Saillant detail is dat X wél bewerkstelligde dat andere schulden door de vennootschap werden voldaan, waaronder schulden aan een vennootschap waarvan X tevens bestuurder/aandeelhouder was. Daarnaast is gesteld noch gebleken dat X er redelijke zorg voor heeft gedragen dat de vennootschap aan de tegen haar uitgesproken veroordeling voldeed. Voorts is gesteld noch gebleken dat de vennootschap een redelijke grond had om niet te betalen.

Gelet op deze omstandigheden die allen wijzen op betalingsonwil aan de zijde van X (althans de vennootschap), kwam het gerechtshof tot het oordeel dat X (die daarvoor verantwoordelijk was gezien het voorgaande) persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt. Dit leverde volgens het gerechtshof een onrechtmatige daad op van X jegens eiser waardoor X aansprakelijk was voor de door eiser geleden schade.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 6 mei 2014