Skip to Content

€ 4000 schadevergoeding voor schending privacy

Blogs IT & Technologie Privacyrecht

Schending van de privacy kan recht geven op schadevergoeding. De AVG bevat daarvoor een apart artikel (82 AVG). Ook kan een vordering worden ingesteld op grond van onrechtmatige daad. Recent kende Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden € 4.000,- toe vanwege het onrechtmatig publiceren van informatie over een psycholoog op een zwarte lijst voor zorgverleners.

Zwartelijstartsen.nl

De stichting in kwestie onderhield een website met een ‘zwarte lijst’, waarop zij onder meer namen van artsen en psychologen plaatste die in het BIG-register waren opgenomen met een tuchtrechtelijke maatregel. De betreffende website is begin dit jaar door de rechter verboden en inmiddels offline. Dat vormde het slotakkoord van talloze procedures die waren aangespannen door verschillende artsen en andere betrokkenen (met wisselend succes).

Een van de vele zaken betreft die van een GZ-psycholoog wiens BIG-registratie in 2010 werd ontnomen in een tuchtrechtelijke procedure. Anno 2017 stond zijn naam nog steeds op de online zwarte lijst, met onder meer een foto en een verwijzing naar de tuchtrechtelijke uitspraken uit 2010. Ook stonden er suggestieve en onjuiste teksten bij.

Deze publicatie had voor hem grote gevolgen: hij raakte aanstellingen en opdrachten kwijt en hij kon geen nieuwe betrekking vinden omdat sollicitaties steeds stukliepen als zijn naam werd gegoogeld. Nadat de bestuurster van de stichting wegens smaad jegens deze psycholoog een gevangenisstraf was opgelegd, verwijderde zij (pas) de teksten. De naam en de verwijzing naar de tuchtrechtelijke uitspraken bleven echter online. Uiteindelijk eist de psycholoog in een civiele procedure (onder meer) schadevergoeding wegens schending van zijn grondrecht op bescherming van zijn privéleven.  

Oordeel Gerechtshof

Het hof staat allereerst stil bij het juridisch kader. Bij zaken als publicatie van persoonsgegevens op een zwarte lijst, moet volgens het hof een belangenafweging worden gemaakt tussen het recht op vrijheid van meningsuiting aan de zijde van de (bestuurster van de) stichting en toegang van het publiek tot bepaalde informatie enerzijds en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de psycholoog anderzijds. Daarbij verwijst het hof ook naar de Europese rechtspraak rondom het verwijderen van zoekresultaten door Google.

Deze belangenafweging valt uit in het voordeel van de psycholoog. Het hof stelt vast dat de titel psycholoog niet beschermd is (in tegenstelling tot GZ-psycholoog) en dat een doorhaling in het BIG-register 10 jaar zichtbaar blijft. Voor de psycholoog zijn die 10 jaar verstreken, waardoor deze maatregel niet meer vindbaar is via Google. De tuchtrechtelijke uitspraken in zijn kwestie zijn geanonimiseerd, om zijn privacy te waarborgen/respecteren. De vermelding op zwarte lijst doorkruist dit en zorgt ervoor dat de psycholoog nog steeds wordt ‘achtervolgd’ door de tuchtmaatregel uit het (verre) verleden.

Volgens het hof schiet het door de stichting met de zwarte lijst nagestreefde belang (opkomen voor (kwetsbare) patiënten in relatie tot hun zorgverlener en het aan de orde stellen van medische fouten), in deze situatie zijn doel voorbij ten koste van de privacy van de psycholoog. Het hof ziet niet in met welk redelijk doel een eenmaal veroordeelde zorgverlener tot in lengte van dagen, met een verwijzing naar uitspraken, moet worden vermeld op de site van de stichting. Het BIG-register is immers voor eenieder toegankelijk en een tuchtmaatregel (inclusief toelichting) kan daarin  worden opgezocht. Het hof vindt de vermelding van de naam en de doorhaling op de site van de stichting bovendien disproportioneel, omdat de psycholoog al niet meer in het BIG-register staat en de doorhaling werd opgelegd vanwege feiten uit 2004. Het hof vindt dat de psycholoog daarmee niet de rest van zijn leven hoeft te worden geconfronteerd, ook omdat hij daar hinder van ondervindt bij het vinden van ander werk of andere zinvolle bezigheden.

Vergoeding

De psycholoog ontvangt uiteindelijk een immateriële schadevergoeding van € 4.000. Het hof vindt dit bedrag billijk vanwege de langdurige aantasting in eer en naam, waarvan de psycholoog (en zijn partner) aanzienlijke hinder heeft ondervonden in zijn privéleven en het vinden van een betaalde baan.

Tot slot

Ogenschijnlijk valt de hoogte van de vergoeding mee, maar bedacht dient te worden dat dit slechts één van de (vele) betrokkenen in deze kwestie betreft. De zwarte lijst bevatte vele namen en aantijgingen; het laatste woord is er in zoverre dus mogelijk nog niet over gezegd. Voor bedrijven die persoonsgegevens online delen, blijft het van belang om een goede afweging te maken tussen het belang om die informatie te delen en de inbreuk die daarmee wordt gemaakt op de privacy van de betrokken persoon.

Vragen naar aanleiding van deze blog? Neem contact op met een van de advocaten van ons privacyteam.