Detectivebureau uit de bocht

21 januari 2013

Op 12 december 2012 (LJN BY6138) deed de rechtbank Zutphen een zeer lezenswaardige uitspraak. De rechtbank veroordeelde een detectivebureau tot vergoeding van de schade die een vrouw lijdt of nog zal lijden als gevolg van het gebruik maken van onrechtmatige observatiemethodes door het detectivebureau. Wat was het geval?

Man en vrouw zijn gehuwd geweest. Na de echtscheiding is de man alimentatieplichtig geworden jegens de vrouw en hun zoon. De vrouw heeft een vriend, die een eigen appartement heeft in het complex waarin ook de vrouw met haar zoon woont. De man heeft aan het detectivebureau opdracht gegeven te onderzoeken of de man samenwoont in de zin van artikel 1:160 BW. Immers wanneer de vrouw samenwoont met een ander als ware zij gehuwd, zoals omschreven in genoemd artikel, zou de alimentatieplicht van de man richting haar komen te vervallen.

Het detectivebureau heeft de vrouw in de periode van 10 oktober 2011 tot en met 15 januari 2012 langdurig en systematisch geobserveerd. Voor deze observaties heeft de detective bij de ingang van de parkeergarage en in de gemeenschappelijke hal van het appartementencomplex verborgen camera’s geplaatst. Daarnaast huurde hij een appartement in hetzelfde complex om de vrouw vanuit daar te kunnen observeren. Verder voorzag de detective de auto van de vrouw van een GPS–trackingsysteem. De GPS-ontvanger wordt ontdekt wanneer de vrouw haar auto voor onderhoud naar de garage brengt. Korte tijd later stuurt de advocaat van de man het door de detective opgestelde onderzoeksrapport, waarin foto’s van de geplaatste camera’s, verslagen en observaties zijn verwerkt.

De vrouw is van mening dat het detectivebureau veel te ver is gegaan en een ontoelaatbare inbreuk heeft gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer.

De detective verdedigt zich door te stellen dat gehandeld is volgens de door de vereniging van particuliere beveiligingsorganisaties opgestelde privacy gedragscode. Handelen in strijd met deze code is in beginsel onrechtmatig jegens de geobserveerde persoon, aldus de rechtbank. Dit betekent echter niet dat handelen overeenkomstig die code niet ook onrechtmatig kan zijn, zo overweegt de rechter. Ook verweert de detective zich met de stelling dat hij uitsluitend ten aanzien van zijn opdrachtgever onrechtmatig heeft kunnen handelen. De rechtbank noemt dit verweer ‘bepaald ongerijmd’. Daarbij merkt de rechtbank tevens op ‘(x zal) toch niet willen beweren dat het (hem) is toegestaan om iemand te vermoorden als een derde daarvoor opdracht heeft gegeven?’.

Het plaatsen van het GPS–systeem onder de auto van de vrouw is onrechtmatig. Een dergelijk bijzonder opsporingsmiddel mag door de politie niet worden ingezet, anders dan na voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris in strafzaken. Een gewone burger als de detective is het dan ook niet toegestaan om een dergelijk middel in te zetten. Hiermee heeft een zeer vergaande inbreuk plaatsgevonden op de persoonlijke levenssfeer van de vrouw, die niet evenredig is met betrekking tot het te bereiken doel. Hetzelfde geldt voor het plaatsen van verborgen camera’s in de gemeenschappelijke hal van het appartementencomplex. Dit is niet alleen onrechtmatig, maar de detective heeft zich hiermee ook schuldig gemaakt aan een misdrijf. Het is immers strafbaar om, gebruikmakend van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, van een persoon, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding te vervaardigen. Het appartementencomplex is een niet voor publiek toegankelijke plaats. Het feit dat de detective een appartement heeft gehuurd en daarmee rechtmatig in het complex mag vertoeven, maakt nog niet dat hij daar foto’s en beeldmateriaal mag verzamelen. Ook het verweer dat de vrouw geen schade heeft geleden door het gebruik maken van onrechtmatige observatiemethoden baat het detectivebureau niet. De wetenschap achteraf dat haar gangen langdurig en stelselmatig zijn gevolgd en de heimelijke manier waarop dit is geschied, maakt het voldoende aannemelijk dat de vrouw zich minder vrij in het leven beweegt dan voorheen het geval was. Al met al komt de rechtbank tot de conclusie dat de detective onrechtmatig heeft gehandeld en veroordeeld deze tot vergoeding van de schade.

Meer informatie:
Rechtbank Zutphen 12 december 2012, LJN BY6138