Asbest en het bouwbesluit 2012

expertise:

Vastgoed, Bouw & Overheid

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

25 april 2012

Na lang wachten is het dan eindelijk zover. Sinds 1 april 2012 is het Bouwbesluit 2012 in werking getreden. Zowel op het gebied van slopen als verwijdering van asbest brengt het nieuwe bouwbesluit wijzigingen met zich mee.

Inleiding

In het Bouwbesluit 2012 (hierna: “Bouwbesluit”) zijn voorschriften voor het bouwen, gebruiken en slopen van bouwwerken samengevoegd. Deze voorschriften waren tot nu toe opgenomen in de gemeentelijke bouwverordeningen en de milieuregelgeving. Het doel van deze samenvoeging is onder meer het vergroten van de samenhang binnen de bouwregelgeving.

In §1.7 van het Bouwbesluit zijn de procedurele voorschriften voor het slopen neergelegd. In hoofdstuk 8 van het Bouwbesluit staan de materiele bepalingen ter voorkoming van onveilige situaties en het beperken van hinder bij sloop en bouw. In dat hoofdstuk staan geen specifieke bepalingen voor de verwijdering van asbest opgenomen.

Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat sinds 1 april 2012 de sloopvergunning is vervangen door de sloopmelding. Op grond van de Woningwet is slopen voortaan sloopmeldingsplichtig of sloopmeldingsvrij. Een vergunning voor het slopen of een verbouwing waarbij asbest vrijkomt is dus in de regel niet meer nodig. Overigens kan er op grond van andere wetgeving zoals de Monumentenwet nog wel een omgevingsvergunning nodig zijn. Oplettendheid is dus geboden.

Wel of geen melding? 

De sloopmelding is verplicht als asbest wordt verwijderd, gesloopt of gedemonteerd tijdens de werkzaamheden of als de hoeveelheid vrijkomend bouw- en sloopafval geschat wordt op 10 m3 of meer.

Uitsluitend voor bedrijven gelden enkele uitzonderingen op de meldingsplicht op grond van artikel 1.26 lid 2 van het Bouwbesluit. Het betreft activiteiten die tot 1 april 2012 veelal onder de “oude” sloopmeldingsregeling uit de gemeentelijke bouwverordeningen vielen, zoals het verwijderen van asbesthoudende buizen die deel uitmaken van het ondergrondse openbare gas-, water- en rioolleidingnet en het verwijderen van geklemde asbesthoudende vloerplaten onder verwarmingstoestellen.

Evenals vóór 1 april 2012 op grond van de bouwverordening het geval was, moeten particulieren op grond van het nieuwe Bouwbesluit een melding indienen voor het verwijderen van hechtgebonden geschroefde asbesthoudende platen, niet zijnde dakleien, en voor asbesthoudende vloertegels en vloerbedekking tot 35m2.

De sloopmelding

Op het meldingsformulier moeten gegevens over de eigenaar, de uitvoerder, de sloper / asbestsaneerder, het bouwwerk of onderdeel daarvan, de planning en de manier waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd worden vermeld. Gaat het om werkzaamheden in een gebouw van vóór 1994, dan moet bij de melding een asbestinventarisatie worden gevoegd.

Na het indienen van de melding en de vereiste bijlage(n) stuurt het bevoegd gezag een ontvangstbevestiging. Deze ontvangstbevestiging betekent niet dat de melding inhoudelijk voldoet aan de wettelijke vereisten. Pas vier weken na de ontvangstdatum mag met de werkzaamheden worden gestart. Dit mag alleen als de indiener geen bericht heeft ontvangen dat het meldingsformulier of de bijlagen niet in orde zijn. Ontvangt de indiener de mededeling dat de verstrekte informatie in het meldingsformulier niet voldoet aan de eisen of ontbreekt er een bijlage, dan vormen de ingediende gegevens geen sloopmelding. In dat geval moet een nieuwe melding worden ingediend.

De meldingstermijn

Artikel 1.26 lid 1 van het Bouwbesluit stelt als hoofdregel dat ten minste vier weken vóór de asbestverwijdering de werkzaamheden moeten worden gemeld bij de gemeente waarin het bouwwerk is gelegen.

Voor particulieren die de hiervóór reeds genoemde asbesthoudende toepassingen zelf gaan verwijderen, geldt een kortere termijn. Zij kunnen tot vijf werkdagen voor de voorgenomen aanvang van de werkzaamheden een melding indienen. Deze kortere termijn van vijf werkdagen geldt ook in het geval van reparatie- of mutatieonderhoudswerkzaamheden, indien de normale termijn leidt tot onnodige leegstand of ernstige belemmering van het gebruiksgenot (Artikel 1.26 lid 5 Bouwbesluit).

Het bevoegd gezag kan bovendien afwijken van de termijn van vier weken, bijvoorbeeld in het geval van een directe noodzaak tot sloop bij een calamiteit.

Voorwaarden

In de eerste plaats staan de voorwaarden waaronder moet worden gesloopt in het Bouwbesluit. Als er sprake is van het verwijderen van asbest gelden ook de voorwaarden uit het Asbestverwijderingsbesluit 2005. Daarnaast kan het bevoegd gezag aanvullende voorwaarden stellen. Deze voorwaarden kunnen ondermeer zien op het scheiden van het sloopafval of de manier waarop de sloper de gereedmelding moet doen.

Handhaving

Als de informatie in het meldingsformulier niet aan de wettelijke vereisten voldoet of als het inventarisatierapport niet volledig is, dan volgt uit het systeem dat geen melding is ingediend. Als toch wordt gestart met slopen kan hiertegen handhavend worden opgetreden. In dat geval kan het bevoegd gezag bijvoorbeeld optreden door het stilleggen van het werk, het wegnemen van de risicovolle situatie of het opleggen van financiële maatregelen om te voorkomen dat de overtreding wordt herhaald. Ook als er wordt afgeweken van de voorwaarden waaronder moet worden gesloopt, kan handhavend worden opgetreden.

Conclusie

Het nieuwe Bouwbesluit brengt de nodige wijzigingen met zich mee. Belangrijk is te realiseren dat een niet volledig of correct ingevuld meldingsformulier wordt aangemerkt alsof er geen melding is ingediend en op deze grond handhavend kan worden opgetreden. Vanwege de grote financiële gevolgen adviseren wij u dan ook zelf goed op te letten dat de melding juist en volledig is ingediend.