Vrije advocaatkeuze in alle procedures

31 december 2000

X heeft bij Reaal een rechtsbijstandsverzekering afgesloten, welke DAS heeft aangewezen voor de uitvoering van deze bijstand. Op 30 april 2010 is de arbeidsovereenkomst met X door middel van een ontslagvergunning be?indigd door de toenmalige werkgever van X. DAS heeft daarop in opdracht van X werkgever aangesproken wegens kennelijk onredelijk ontslag. DAS besluit niet over te gaan tot het uitbrengen van een dagvaarding, X wil dit daarentegen wel. X wenst dat DAS het dossier overdraagt naar advocaat Y en dat zij toezeggen de daaraan verbonden kosten op zich te nemen. Thans is de vraag of X recht heeft op deze vrije advocaatkeuze. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft deze vraag op 8 maart jl. beantwoord.

De feiten

DAS heeft X zijn belangen behartigd jegens zijn voormalige werkgever inzake een vordering wegens kennelijk onredelijk ontslag. Hierop volgde een correspondentiewisseling, maar DAS besloot niet over te gaan tot het uitbrengen van een dagvaarding. X heeft DAS op 15 december 2010 via advocaat Y laten weten dat hij wenst dat DAS het dossier aan advocaat Y overdraagt en toezegt de daaraan verbonden kosten op zich te nemen. DAS laat diezelfde dag per mail weten dat het X vrij staat zijn belangen door advocaat Y te laten behartigen, maar dat DAS deze kosten niet zal vergoeden.

Op 20 december 2010 deelt advocaat Y aan DAS mede dat X zich beroept op zijn recht op vrije advocaatkeuze. X zou het oneens zijn met de wijze waarop zijn zaak door DAS wordt behandeld en om deze reden wordt hierover om een bindend advies verzocht.

X vordert in kort geding primair dat DAS wordt veroordeeld opdracht te verstrekken aan een door hem aan te wijzen advocaat om hem in een procedure tegen zijn voormalige werkgever te vertegenwoordigen en diens honorarium en proceskosten voor haar rekening te nemen en subsidiair dat DAS wordt veroordeeld een door hem aan te wijzen advocaat opdracht te geven bindend advies uit te brengen over de te volgen gedragslijn en, ingeval het bindend advies als uitkomst heeft dat een procedure kans van slagen heeft, DAS wordt bevolen dat X zelf zijn advocaat kiest en dat zij het honorarium en proceskosten voor haar rekening nemen.

DAS betwist het geschil betreffende de wijze van behandeling, daar X niet kenbaar heeft gemaakt een procedure te willen voeren. Echter DAS is hier wel toe bereid en zij zien daarom geen belang bij een bindend advies. Voorts betwist DAS dat het recht op vrije advocaatkeuze met zich brengt dat op het moment dat een procedure dient te worden gevoerd een verzekerde het recht heeft om een advocaat aan te wijzen, welke op de kosten van DAS die procedure voert.

Oordeel voorzieningenrechter

X beroept zich op artikel 4:67 Wft en op het Eschig-arrest (HvJ 10 september 2009). De voorzieningenrechter oordeelt dat het Eschig-arrest een uitleg van de Richtlijn bevat, waarop de Wft richtlijnconform zal moeten worden ge?nterpreteerd. Hierbij zal de uitleg van het Hof van Justitie moeten worden betrokken. Uit de uitleg van het Hof moet worden afgeleid dat indien een procedure wordt gevoerd, de verzekerde op grond van het bepaalde in artikel 4 van de Richtlijn en het daarop gebaseerde artikel 4:67 Wft steeds het recht heeft een advocaat te kiezen.

Nu DAS ter terechtzitting heeft aangegeven bereid te zijn tot dagvaarding over te gaan constateert de voorzieningenrechter dat er geen geschilpunten lijken te zijn welke voor bindend advies aan een advocaat kunnen worden voorgelegd. De voorzieningenrechter wijst de gevraagde voorzieningen door X daardoor af.

Ook al wijst de voorzieningenrechter het primair gevorderde niet toe, toch merkt hij op dat nu DAS de bereidheid heeft uitgesproken tot dagvaarding over te gaan, dit alsnog tot gevolg zal hebben dat X het recht heeft de rechtshulpverlener te kiezen die hem daarbij zal bijstaan.

www.rechtspraak.nl, LJN: BP7547