Uitbreiding handhavingsinstrumentarium Woningwet

02 juli 2014

Onlangs heeft de Eerste Kamer de wijziging van de Woningwet als een hamerstuk afgedaan. Daarmee is de uitbreiding van het handhavingsinstrumentarium op grond van de Woningwet een feit. Met deze wetswijziging wordt beoogd gemeenten beter in staat te stellen om noodzakelijk herstel van gebouwen, open erven en terreinen af te dwingen en de leefbaarheid van buurten en wijken te verbeteren.

Deze aanpassing van de Woningwet is terug te voeren op (1) een brandbrief van de gemeente Rotterdam, (2) een evaluatie van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) en (3) een door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) uitgegeven brochure “Bogor maakt gemeenten veiliger”. Bogor staat voor ‘boete ongewenst gedrag openbare ruimte’.

Ad 1) De gemeente Rotterdam gaf aan te kampen met ernstige overlast van malafide pandeigenaren die hun panden in ernstige mate verwaarlozen. Het bestaande instrumentarium bood volgens de gemeente onvoldoende mogelijkheden om eigenaren aan te pakken en de financiële schade op eigenaren te verhalen.

Ad 2) Uit de evaluatie van de Wbmgp kwam naar voren dat woningcorporaties en bonafide verhuurders niet bereid waren om gebouwen die op last van de gemeente waren gesloten in beheer te nemen, omdat de Woningwet onvoldoende voorzag in een vergoeding van de met het beheer samenhangende kosten.

Ad 3) De VNG onderschreef in voornoemde brochure dat het instrumentarium van herstelsancties onvoldoende was om effectief te kunnen optreden tegen overtredingen van de Woningwet. Gepleit werd voor een brede invoering van de bestuurlijke boete. Bevoegde gezagen zouden namelijk zelf in staat moeten zijn om bestraffend op te treden. Tot slot hebben diverse gemeenten verzocht om verduidelijking van de zorgplicht voor eigenaren.

De wetswijziging sluit goed aan bij de aangedragen voorstellen. De handhaafbaarheid zal verbeterd moeten worden door:

  1. Verduidelijking van de zorgplicht van eigenaren. Bij ministeriele regeling worden categorieën bouwwerken aangewezen, die een gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid of veiligheid. Eigenaren van een dergelijk bouwwerk hebben de verplichting om onderzoek uit te voeren naar de staat van het bouwwerk. Deze verplichting vormt een uitbreiding van de zorgplicht zoals neergelegd in artikel 1a Woningwet.
  2. Aanpassing van de beheersregeling. Naar huidig recht kan een gebouw enkel in beheer worden gegeven indien het door het bevoegd gezag is gesloten. Met deze wetswijziging wordt het voor het bevoegd gezag ook mogelijk een eigenaar te verplichten een gebouw in beheer te geven, indien herhaaldelijk in strijd wordt gehandeld met de zorgplicht uit de Woningwet en/of in strijd wordt gehandeld met het Bouwbesluit 2012 en de regeling Bouwbesluit 2012. Hiervoor geldt wel dat, voordat hiertoe kan worden overgegaan, een last onder dwangsom moet zijn opgelegd aan de eigenaar. Verder moet de overtreding van dien aard zijn dat de leefomgeving wordt bedreigd en een gevaar vormt voor de gezondheid en veiligheid.
  3. Verplichting van kostenvergoeding door de eigenaar. Het beheer duurt voort totdat de bedreiging voor de leefbaarheid of het gevaar voor gezondheid en veiligheid is beëindigd, de noodzakelijke aanpassingen zijn uitgevoerd en alle vergoedingen en kosten zijn voldaan door de eigenaar.
  4. Vaststelling beheervergoeding. Het bevoegd gezag dient een kostendekkende beheervergoeding vast te stellen voor de uitvoering van het beheer. De eigenaar tot wie de beheersmaatregel is gericht, is de beheervergoeding verschuldigd aan het bevoegd gezag. Uit oogpunt van doelmatigheid is niettemin bepaald dat de beheervergoeding rechtstreeks betaald moeten worden aan de beheerder.
  5. Invoering van de bestuurlijke boete. Een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor het overtreden van voorschriften uit Bouwbesluit 2012 en de Regeling 2012, indien de overtreder minder dan twee jaar voorafgaande aan die overtreding eenzelfde of vergelijkbare overtreding heeft begaan. De boete kan ten hoogste € 19.500 bedragen. Bij algemene maatregel van bestuur zullen nog nadere voorschriften worden gegeven over de hoogte van de bestuurlijke boetes.

Tot slot

Met deze uitbreiding van het handhavingsinstrumentarium wordt verwacht dat gemeenten verloedering van wijken en buurten effectiever kunnen aanpakken en naleving van de bouwregelgeving beter kunnen afdwingen. Aangezien de wijzigingen zijn terug te voeren op voorstellen van gemeenten zelf, ligt het voor de hand om aan te nemen dat sprake is van een breed draagvlak voor deze nieuwe instrumenten en dat deze snel onderdeel gaan vormen van het handhavingsbeleid. Binnen vijf jaar moet de gewijzigde Woningwet worden geëvalueerd. Dan zullen we weten in hoeverre dit nieuwe handhavingsinstrumentarium daadwerkelijk effectief is.