Skip to Content

Geldig ontslag op staande voet?

Publicaties Arbeidsrecht

Mag een werkgever van een zieke werknemer verlangen dat deze werknemer eerst op kantoor komt om te bespreken of, naar het oordeel van werkgever, een bedrijfsarts moet worden ingeschakeld? De werknemer weigert te komen: is dit een voldoende dringende reden voor een ontslag op staande voet?

Feiten

Werkneemster is op basis van een arbeidsovereenkomst in de functie van Kraamverzorgende voor 24 uur per week in dienst bij werkgeefster. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de CAO VVT. Werkneemster wordt arbeidsongeschikt en nadat zij haar werkzaamheden weer gedeeltelijk heeft hervat, valt zij opnieuw wegens ziekte (volledig) uit. Op dat moment verzoekt werkneemster werkgeefster een bedrijfsarts in te schakelen om haar arbeidsongeschiktheid te beoordelen en re-integratieadvies te krijgen. Daarop laat de directeur van werkgeefster aan werkneemster weten dat werkneemster eerst naar hem moet komen en een persoonlijk gesprek met hem moet hebben om haar situatie te bespreken en dat hij op basis van dat gesprek beoordeelt of al dan niet besloten wordt om de bedrijfsarts in te schakelen.

Werkneemster laat daarop weten dat zij zowel van de specialist als de huisarts het advies heeft gekregen om volledige rust te nemen en af te wachten wanneer de bedrijfsarts contact met haar opneemt. Tevens geeft zij aan dat zij haar specialist toestemming heeft gegeven om de bedrijfsarts alle informatie te verstrekken die nodig is om haar zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen in het kader van re-integratie.

Werkgeefster blijft bij haar verzoek dat werkneemster eerst op een persoonlijk gesprek moet komen alvorens eventueel een bedrijfsarts wordt ingeschakeld. Werkneemster geeft daaraan geen gehoor en werkgeefster ontslaat werkneemster op staande voet. Werkgeefster baseert dit ontslag op staande voet op de reden, dat werkneemster aan redelijke verzoeken om bij werkgeefster langs te komen, alvorens een bedrijfsarts wordt ingeschakeld, geen gehoor heeft gegeven.

Na het ontslag op staande voet vraagt werkneemster aan het UWV een deskundigenoordeel. UWV verklaart dat werkneemster niet in staat was haar eigen werk te doen en tevens verklaart het UWV dat werkgeefster onvoldoende re-integratie activiteiten heeft verricht. Werkneemster heeft de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen en vordert nu een loondoorbetaling bij de kantonrechter in kort geding.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter acht het aannemelijk dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat er geen sprake is van een geldig ontslag op staande voet. De kantonrechter acht de gedane verzoeken van werkgeefster geen redelijke verzoeken. De kantonrechter geeft daarbij aan dat het de werkgever niet is toegestaan (zulks is in strijd met goed werkgeverschap) om een werknemer toch eerst te verplichten bij de directeur van het bedrijf langs te komen om te bespreken of een inschakeling van een bedrijfsarts wel nodig is. Het inschakelen van een arbodienst of gecertificeerde bedrijfsarts is verplicht op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Daarnaast blijkt uit Regeling Procesgang Eerste en Tweede ziektejaar en de totstandkoming daarvan dat het de arbodienst of bedrijfsarts is die beoordeelt of een werknemer arbeidsongeschikt is en adviseert over de re-integratie. Dit is niet de werkgever. Werknemer hoeft geen medische informatie aan zijn werkgever te verstrekken, maar alleen die informatie die nodig is om een plan van aanpak op te kunnen stellen. De loonvordering van werkneemster wordt aldus toegewezen.