Aanpassingen kantonrechtersformule

expertise:

Arbeidsrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

30 oktober 2008

De Kring van Kantonrechters heeft besloten om het rekenmodel -de zgn. kantonrechtersformule- welke zij hanteren voor de toekenning van vergoedingen bij de ontbinding van arbeidsovereenkomsten te wijzigen. Volgens de Kring van Kantonrechters is de huidige formule toe aan een update. Doel van de kantonrechtersformule is meer eenheid te brengen in de manier waarop de kantonrechters de vergoeding bij de ontbinding van een arbeidsovereenkomst berekenen. 

Huidige formule
De huidige formule luidt: A (aantal dienstjaren) x B (bruto maandsalaris) x C (correctiefactor). A, het aantal dienstjaren, is niet alleen afhankelijk van het aantal dienstjaren maar ook van de leeftijd van de werknemer. Dienstjaren tot  de leeftijd van 40 jaar tellen voor 1, jaren tussen de leeftijd van  40 en 50 tellen voor 1,5 en jaren boven de leeftijd van 50 tellen voor 2 dienstjaren. Factor C is in neutrale situaties 1 maar schommelt in de praktijk veelal tussen 0 en 2. Indien de reden voor beëindiging van het dienstverband aan een van beide partijen te verwijten valt en/of er sprake is van bijzondere omstandigheden wordt dit meegewogen in factor C.

Nieuwe formule
De eerste wijziging betreft de berekening van het aantal dienstjaren (factor A). In de nieuwe formule tellen het aantal dienstjaren tot de leeftijd van 35 nog maar voor de helft mee. De dienstjaren in de leeftijd van 35 tot 45 gaan meetellen voor 1, vanaf de leeftijd van 45 tot 55 tellen ze voor 1,5 en alle dienstjaren boven de 55 gaan tellen voor 2.

Met deze wijziging wordt beoogd meer aansluiting te zoeken bij de verbeterde arbeidsmarktpositie van jongeren.

De tweede wijziging betreft de correctiefactor C. De kantonrechters gaan in de C factor meer omstandigheden meewegen zoals bijvoorbeeld de arbeidsmarktpositie van de werknemer en de financiële positie van de werkgever, maar ook de eventuele bij de werkgever gevolgde scholing.

De derde verandering ziet op de werknemer met het pensioen al in zicht. Thans staat in de aanbevelingen opgenomen dat de vergoeding niet hoger zal zijn dan de verwachte inkomstenderving tot de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Gezien de maatschappelijke discussie over de pensioengerechtigde leeftijd gaan de kantonrechters rekening houden met de leeftijd van de werknemer waarop deze naar verwachting met pensioen zou zijn gegaan.

De laatste wijziging ziet op de korte dienstverbanden. Hiervoor wordt een afzonderlijke regeling opgenomen die inhoudt dat bij de arbeidsovereenkomst die binnen 2 jaar wordt ontbonden en geen tussentijdse opzegmogelijkheid bevat de vergoeding wordt gelijkgesteld aan het salaris over de resterende tijd.

Het is nog onduidelijk welke samenhang gaat ontstaan met het kabinetsakkoord over maximering van de ontslagvergoeding voor werknemers met een jaarsalaris vanaf € 75.000,-

Naar verwachting gaan de kantonrechters vanaf 1 januari 2009 met de aangepaste formule werken.

Bron: www.rechtspraak.nl