Zijn civielrechtelijke bepalingen over bedrog (art. 3:44 BW) en dwaling (art. 6:228 BW) op grond van schakelbepalingen (art. 3:59 BW en art. 6:216 BW) van overeenkomstige toepassing op strafrechtelijke transactie in zin van art. 74 Sr?
ECLI:NL:HR:2025:898, 13 juni 2025, nr. 24/01027
Klik hier voor de volledige uitspraak.