Incassokosten

expertise:

Ondernemingsrecht - M&A

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

01 juni 2015

  • incassokosten
  • buitengerechtelijke kosten
  • vermogensschade
  • besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (BIK)
  • minimaal EUR 40,= bij een handelsovereenkomst
  • 14-dagenbrief
  • afwijkende afspraken 

Een schuldenaar die zijn facturen niet, niet tijdig of niet volledig betaalt is niet alleen wettelijke (handels)rente verschuldigd, maar mogelijk ook incassokosten.

Incassokosten (in de wet buitengerechtelijke kosten genoemd) zijn een vorm van vermogensschade. Het gaat daarbij om redelijke kosten die een schuldeiser heeft moeten maken voor redelijke werkzaamheden om, buiten de rechter om, zijn facturen geïncasseerd te krijgen.

In het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (ook wel ‘BIK’ genoemd) zijn nadere regels gesteld ten aanzien van de hoogte van de buitengerechtelijke kosten:

 

Factuurbedrag (zonder rente)                               

Incassokosten (in percentages van factuurbedrag)

Over de eerste EUR 2.500,=                                                        

15%

Over de volgende EUR 2.500,=                                                 

10%

Over de volgende EUR 5.000,=                                                 

5%

Over de volgende EUR 190.000,=                                            

1%

Over het meerdere van de hoofdsom                                     

0,5% met een maximum van EUR 6.775,=

 

Bij een handelsovereenkomst (de overeenkomst om baat die een of meer van de partijen verplicht iets te geven of te doen en die tot stand is gekomen tussen een of meer natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf of rechtspersonen”) bedragen de incassokosten minimaal EUR 40,=. De schuldenaar is dit minimumbedrag verschuldigd vanaf de dag na de dag waarop de wettelijke of overeengekomen betalingstermijn is verstreken. Het sturen van een aanmaning is niet vereist.  

Indien de schuldenaar een consument (‘een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf’) is, dan zijn de incassokosten pas verschuldigd nadat de schuldeiser hem een aanmaning heeft gestuurd met een (betalings)termijn van (minimaal) veertien dagen (de zogenaamde ‘14-dagenbrief’). In die aanmaning moet de schuldeiser ook vermelden welke gevolgen niet tijdige betaling heeft voor de schuldenaar-consument, zoals het verschuldigd worden van een bepaald bedrag aan buitengerechtelijke kosten. Na het versturen van deze brief is de consument dat bedrag aan incassokosten ook daadwerkelijk verschuldigd; nadere incassohandelingen zijn niet nodig. Hoewel de wet een termijn van veertien dagen eist, rekenen sommige rechtbanken met zestien dagen in verband met de postbezorging.  

Partijen mogen afwijken van bovenstaande regeling, maar:  

  • bij een schuldenaar-consument mag niet worden afgeweken ten nadele van de consument (dus wel in zijn voordeel). Vaste tarieven of percentages die afwijken van het wettelijk regime zijn derhalve niet toegestaan; en  
  • bij andere schuldenaren (professionele partijen) mag niet worden afgeweken ten nadele van de schuldeiser, maar wel ten nadele van de schuldenaar. Dat betekent dat het professionele partijen vrijstaat om in hun overeenkomst of de toepasselijke algemene voorwaarden (afwijkende) afspraken te maken over de (hoogte van de) incassokosten, zoals volledige vergoeding van de gemaakte kosten, een vast bedrag (bijvoorbeeld EUR 1.000,=) of een vast percentage (bijvoorbeeld 15%). Zijn de gevorderde buitengerechtelijke kosten buitenproportioneel hoog (in vergelijking met de wettelijke tarieven, dan wel in verhouding met de hoofdsom en de al dan niet verrichte werkzaamheden), dan heeft de rechter altijd de mogelijkheid om tot matiging over te gaan.