Zorg voor goede en toepasselijke exoneratieclausule in professionele contracten!

expertise:

Ondernemingsrecht

02 juli 2018

Inleiding

Veel ondernemers gebruiken bij het aangaan van overeenkomsten algemene voorwaarden. Een bepaling die in de voorwaarden veelvuldig is opgenomen, is die waarbij de omvang van de aansprakelijkheid van de ondernemer wordt beperkt. Een dergelijke bepaling heet juridisch een exoneratiebeding. Dit beding komt in vele varianten voor. Denk aan de uitsluiting van aansprakelijkheid voor alle schade voor zover deze schade niet is veroorzaakt door opzet of grove schuld van leidinggevende functionarissen. Of de uitsluiting van aansprakelijkheid voor gevolgschade. Een ander voorbeeld is de bepaling waarbij de aansprakelijkheid is beperkt tot vergoeding van de schade waarvoor de ondernemer verzekerd is dan wel redelijkerwijs verzekerd had behoren te zijn.

In beginsel is een verwijzing naar algemene voorwaarden (AV) op uw website niet voldoende. De gebruiker van AV moet de AV tijdig van toepassing verklaren èn aan zijn wederpartij een redelijke mogelijkheid hebben geboden om van de AV kennis te nemen (informatieplicht). Hoofdregel is dat u als gebruiker uw AV vóór of bij het sluiten van de overeenkomst aan uw afnemer ter hand moet stellen.

Een recente uitspraak van het hof ’s-Hertogenbosch (19 juni 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2674) illustreert het belang om in commerciële contracten (1) algemene voorwaarden deugdelijk van toepassing te verklaren èn (2) goede algemene voorwaarden op te stellen mèt een deugdelijke exoneratieclausule.

De feiten

X exploiteert als maatschap een landbouw- en loonbedrijf. X wilde voor een schuur, die mede wordt gebruikt als aardappelopslag, een vaste drukwand, inclusief ventilatie-installatie, aan laten brengen. Hij heeft zich hiervoor gewend tot Y. Tot op dat moment had X gewerkt met een verplaatsbare, demontabele drukwand. Y drijft een onderneming in landbouwmechanisatie.

Op 23 juli 2012 heeft Y aan X een offerte uitgebracht inzake een keerwand met luiken en sparingen voor ventilators voor een bedrag van € 10.285,= (inclusief btw) en een offerte inzake een ventilatie-installatie ventilatie-installatie voor een bedrag van € 47.190,= (inclusief btw).

In artikel 12 van de op de achterzijde van de offertes afgedrukte algemene voorwaarden is (onder meer) het volgende bepaald:

“Ongeacht de aard en oorzaak van de schade zullen wij jegens de opdrachtgever tot geen verdere schadevergoeding gehouden zijn dan ten belope van de tegenprestatie.”

Op 22 oktober 2012 is de drukwand na oplevering onmiddellijk in gebruik genomen. Op een gegeven moment daarna op deze dag vertoonde de voorgevel een bolling ter hoogte van de bovenkant van de keerwand. De voorgevel is uiteindelijk enkele minuten later opengeklapt en ingestort. Daarbij is een deel van het dak en van de zijgevels van de loods ook ingestort. Een expert heeft de schade aan de loods en de kosten van wederopbouw begroot op € 177.696,39.

De rechtbank heeft geoordeeld dat Y met succes een beroep doet op de hiervoor geciteerde exoneratieclausule in de algemene voorwaarden, zodat de aansprakelijkheid van Y is beperkt tot het offertebedrag van in totaal € 57.475,=.

Het hof overweegt over de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Y allereerst het volgende. Bij de beantwoording van de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, dienen de maatstaven te worden aangelegd die in het algemeen gelden bij de totstandkoming van overeenkomsten. De toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan dus worden aangenomen indien zij door de gebruiker is voorgesteld en door de wederpartij is aanvaard, waaronder begrepen het geval dat de wederpartij het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt met de toepasselijkheid in te stemmen. Deze aanvaarding kan ook uit een stilzwijgen van de wederpartij worden afgeleid. Hierbij is het niet noodzakelijk dat de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden kent. Voldoende is dat voor of bij het sluiten van de overeenkomst naar de algemene voorwaarden wordt verwezen.

In dit geval staat op de twee offertes van Y als laatste regel onder aan de bladzijde: “Leveringsvoorwaarden z.o.z. en gedeponeerd bij de Arrondissementsrechtbank te Maastricht nr. nummer.” Op de achterzijde van de offertes zijn bedoelde voorwaarden afgedrukt. Beide offertes zijn door X mondeling aanvaard, zodat volgens het hof deze de inhoud van de door partijen gesloten overeenkomst weergeven. Gesteld noch gebleken is dat daarbij een uitzondering is gemaakt voor de bijbehorende algemene voorwaarden.

Het gaat in dit geval om een overeenkomst tussen twee partijen die bedrijfsmatig werkzaam zijn in de agrarische sector. In deze sector kunnen volgens het hof fouten in de uitvoering van werkzaamheden verstrekkende gevolgen hebben, met name ook wat betreft de omvang van schade als gevolg van dergelijke fouten. Het is volgens het hof met het oog op de continuïteit van de bedrijfsvoering daarvan realistisch dat een onderneming op voorhand een beperking aanbrengt voor de omvang van de schade waarvoor die onderneming als gevolg van fouten in de uitvoering van werkzaamheden aansprakelijk gehouden kan worden. Hierbij speelt ook de verzekerbaarheid van de bedrijfsvoering een rol, waarbij niet ter zake doet welke positie in dit concrete geval verzekeraars hebben ingenomen; het gaat hier om dit aspect in het algemeen. Door de exoneratieclausule wordt niet op voorhand iedere aansprakelijkheid voor schade als gevolg van eigen fouten uitgesloten, maar wordt deze beperkt tot de waarde van de tegenprestatie.

Het voorgaande brengt volgens het hof mee dat Y in beginsel een beroep kan doen op de aansprakelijkheidsbeperking in artikel 12 van de algemene voorwaarden. Dit is slechts anders indien dat beroep onder de omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Het hof overweegt hierover het volgende. Tussen partijen staat vast dat Y toerekenbaar tekort geschoten is in de uitvoering van de haar door X verstrekte opdracht en dat zij in beginsel aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade. Eveneens staat vast dat bij de uitvoering van de opdracht ten onrechte is nagelaten de sterkte en stijfheid van de kopgevel te berekenen. Beide partijen zijn er zonder meer van uitgegaan zijn dat waar X voor de opslag van de aardappelen in zijn loods eerst met een demontabele keerwand werkte, dat ook mogelijk zou zijn met een vaste keerwand. Technische en feitelijke informatie die tot een beter inzicht in de (on)geschiktheid van het ontwerp zou hebben kunnen leiden is niet verstrekt en niet gevraagd. Dat Y min of meer bewust op een mislukking zou hebben aangestuurd, is niet door feitelijke gegevens gestaafd. Alles bij elkaar doet zich de situatie voor van een onvoldoende doordacht project, maar niet van een zodanig karakter dat het beroep op de exoneratieclausule onaanvaardbaar is.

Dit betekent dat Y aan X uit hoofde van schadevergoeding (slechts) het offertebedrag van in totaal € 57.475,= verschuldigd is geworden.

Advies voor de praktijk

De lessen die ten aanzien van een exoneratiebeding uit deze uitspraak kunnen worden gehaald, zijn de volgende:

  1. zorg voor – de toepasselijkheid – van de algemene voorwaarden.
  2. een beroep op een goed exoneratiebeding wordt niet snel als onaanvaardbaar beschouwd (binnen een verhouding tussen twee commerciële partijen).

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of heeft u andere ondernemingsrechtelijke vragen, neemt u dan gerust vrijblijvend contact op met Marc Janssen of andere leden van de sectie ondernemingsrecht.