De Stappen van Opzegging door de Werknemer: Een Gedetailleerde Gids

expertise:

Arbeidsrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

29 september 2001

Vaste jurisprudentie

De Hoge Raad heeft in verschillende uitspraken benadrukt dat er strenge eisen gesteld worden aan het opzeggen van een arbeidsovereenkomst door de werknemer. Het moet gaan om een ondubbelzinnige en duidelijke uiting van de wil om het dienstverband te beëindigen. Een emotionele uitbarsting zoals: “Maak de ontslagpapieren maar klaar” wordt over het algemeen als onvoldoende beoordeeld. Ook onduidelijke of voor meerdere interpretaties vatbare uitspraken worden niet als voldoende beschouwd.

Recente uitspraken

Er zijn twee recent gepubliceerde uitspraken die relevant zijn in dit opzicht (Kantongerecht te Amsterdam van 17 juli 2001 en President Rechtbank te Utrecht van 2 augustus 2001). In beide gevallen was de opzegging door de werknemer in kwestie. De eerste uitspraak is iets verrassender dan de tweede.

Kantongerecht Amsterdam

Een werknemer van een restaurant, die al 14 jaar in dienst is en in het verleden al was aangesproken op alcoholgebruik tijdens en na werk, komt dronken op het werk en gaat dezelfde dag nog naar huis zonder te hebben gewerkt. Enkele dagen later ontvangt hij zijn salaris, berekend tot de dag dat hij dronken op het werk verscheen, en neemt afscheid van zijn collega’s. Een maand later beweert de werknemer dat zijn dienstverband niet beëindigd is en eist hij doorbetaling van zijn loon. De Kantonrechter oordeelt in het spoedproces dat de werkgever had moeten realiseren dat de werknemer vanwege zijn dronkenschap niet volledig begreep wat hij deed en dat hij ook zijn recht op WW-uitkering zou verliezen bij ontslag.

President Rechtbank Utrecht

Een werknemer (die later onterecht werd beschuldigd van seksuele intimidatie) tekent onder druk van een aanklacht en politie-inschakeling een opzeggingsbrief die vooraf door de werkgever was opgesteld. Er werd geen mogelijkheid geboden om een raadsman in te schakelen of voldoende tijd te nemen voor overweging. Onder deze omstandigheden oordeelt de President dat het onjuist is de werknemer aan zijn ontslag te houden en veroordeelt de werkgever tot loondoorbetaling.

Conclusie

De belangrijkste conclusie is dat de werkgever niet te snel moet aannemen dat een werknemer het dienstverband heeft opgezegd en de loonbetaling kan staken. Een duidelijke, expliciete en ondubbelzinnige opzeggingsbrief van de werknemer zelf is altijd de voorkeur. Werkgevers moeten rekening houden met emotionele of onbezonnen reacties, of met een werknemer die de gevolgen van zijn beslissing niet volledig kan overzien. Werkgevers die denken voordeel te halen uit enige vorm van druk op een werknemer lopen ook een groot risico uiteindelijk aan het kortste eind te trekken.