Opnemen van telefoongesprekken door de werknemer: mag dat?

expertise:

Arbeidsrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

23 juni 2013

Werkneemster is ziek en vindt dat haar werkgever haar voortdurend onder druk zet waardoor haar klachten zijn verergerd.
Zij vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan de kantonrechter en een vergoeding en beroept zich op de opnamen die zij heeft gemaakt van telefoongesprekken met de verzuimbegeleidster van werkgever. Mogen die bij de beoordeling door de kantonrechter worden gebruikt of moeten deze als onrechtmatig verkregen bewijs buiten beschouwing blijven?

De kantonrechter te Hoorn buigt zich over deze vraag in een door de werkneemster aangespannen procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster heeft ter ondersteuning van haar verzoek opnamen en transcripties overgelegd van telefoongesprekken die ze heeft gevoerd met de verzuimbegeleidster die werkzaam is bij werkgever. Volgens de werkgever is dit bewijs onrechtmatig verkregen en dient daarom bij de beoordeling van deze kwestie buiten beschouwing te blijven.

De kantonrechter toetst of sprake is van een schending van de persoonlijke levenssfeer van de verzuimbegeleidster en van de werkgever zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM).

Op de eerste plaats stelt de kantonrechter vast dat de verzuimbegeleidster er niet van op de hoogte was dat de telefoongesprekken met werkneemster werden opgenomen, zodat er in ieder geval geen sprake is van een toestemming voor die opnamen.

De kantonrechter komt tot de slotsom, ervan uitgaande dat die opnamen een inbreuk opleveren op de persoonlijke levenssfeer van de werkgever, althans van de verzuimbegeleidster, dat er geen grond is om die opnamen onrechtmatig te achten en buiten beschouwing te laten.

De kantonrechter komt tot dit oordeel nadat hij de volgende afwegingen heeft gemaakt:

het gaat om een zakelijk telefoongesprek tussen werkgever en een werknemer waarbij de werknemer het initiatief neemt tot de opnamen. Er is dus geen sprake van een situatie dat privégegevens (in dit geval: medische gegevens) tegen de wil van werknemer worden vastgelegd nu de werknemer zelf degene is die de opnamen heeft gemaakt. Het belang van de geschonden norm en de ernst van de schending is dus van beperkte betekenis;

  • het opnemen van de gesprekken kon een legitiem doel dienen en was daarvoor een geschikt middel, nu de werknemer onbetwist heeft gesteld dat ze steeds weer discussie had met haar werkgever over de aard en de inhoud van eerdere telefoongesprekken;
  • de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werkgever en de verzuimbegeleidster is gelet op de eerdere afwegingen en constateringen, niet onevenredig in verhouding tot het gerechtvaardigd belang van de werknemer;
  • het belang van de waarheidvinding weegt gelet op dit alles dan ook zwaarder dan de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werkgever.

Door de kantonrechter worden de opnamen die door de werkneemster van de telefoongesprekken zijn gemaakt dan ook in de beoordeling betrokken. De kantonrechter leidt uit die opnamen af dat de gedragingen van de verzuimbegeleidster die aan de werkgever worden toegerekend in strijd zijn met goed werkgeverschap.

Dit heeft er mede toe geleid dat een vergoeding wordt toegekend aan de werknemer op basis van de zogenaamde kantonrechtersformule met toepassing van correctiefactor C=3.

Deze uitspraak illustreert dat een opstelling van de werkgever aan de telefoon in strijd met goed werkgeverschap, ook wanneer de werkgever zich onbespied waant, gesanctioneerd kan worden. 

Bron: kantonrechter Hoorn, 27 februari 2013, JAR 2013/96