De strenge(re) route naar de aanpak van belastingontwijking

30 januari 2017

Staatssecretaris van Financiën, E. (Eric) Wiebes, heeft op 17 januari jl. een vervolg gegeven aan zijn belofte om terug te komen op de door hem voorgestane (hardere) aanpak van belastingontduiking. Schriftelijk heeft hij de Tweede Kamer geïnformeerd. Hij stelt een aantal verscherpte maatregelen voor. Via die maatregelen zou de Belastingdienst belastingontduiking strijdvaardiger aan kunnen pakken. Volgens Wiebes heeft de berichtgeving rondom de ‘Panama Papers’ namelijk het grote publiek duidelijk gemaakt dat internationale structuren worden ingezet om vermogens of financiële stromen buiten het zicht van de autoriteiten te houden.

Wiebes gaat nader in op een aantal internationale ontwikkelingen en wijst daarbij op een (verbeterde) inlichtingenuitwisseling tussen overheden of het (gezamenlijk) streven naar meer transparantie. Hij geeft voorts een uiteenzetting van de recente internationale ontwikkelingen en meldt en passant dat Nederland op dat gebied een belangrijke rol speelt. De internationale maatregelen waarnaar Wiebes verwijst, zijn:

  • Voorstellen voor meer transparantie;
  • Gegevensuitwisseling via één internationale standaard;
  • De ontwikkeling rondom het ‘UBO-register’, wat o.m. ziet op informatie over de uiteindelijk belanghebbende;
  • Het ondersteunen van het opstellen van een gemeenschappelijke lijst waarmee aan derde-landen een signaal wordt afgegeven dat een wereldwijde minimumstandaard op het gebied van belastingen en transparantie moet worden toegepast;
  • Het streven naar een verplichting om belastingstructuren door financiële adviseurs en tussenpersonen openbaar te maken.

Niet alleen in internationaal verband streeft Nederland naar een hardere aanpak van belastingontduiking, ook worden er nationale maatregelen aangekondigd:

  1. De meest in het oog springende maatregel, is het schrappen van de inkeerregeling. Het huidige stelsel maakt het mogelijk om binnen twee jaar na in het indienen van een onjuiste- of onvolledige aangifte, alsnog een correcte aangifte in te dienen waarmee een vergrijpboete vermeden wordt. Behoudens als de Belastingdienst al de onjuistheid op het spoor was. Als de inkeerregeling geschrapt wordt, dan zal het reguliere boeteregime in vervolg van toepassing zijn, ook bij een naderhand verbeterde aangifte. Dat impliceert dat (net als voor degenen die pas na twee jaar alsnog een juiste aangifte doen of informatie verschaffen) vooralsnog een boete van maximaal 120% van de verschuldigde inkomstenbelasting kan worden opgelegd. Met de kanttekening dat het wel aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten is dat er te weinig belasting is geheven. Wiebes hoopt in de loop van dit jaar nog een voorstel ter consultatie aan te bieden.
  2. Er worden nadere maatregelen voorgesteld ten aanzien van aandelen aan toonder. Dit zijn aandelen die nergens geregistreerd staan. Het anoniem blijven van aandeelhouders kan in de visie van Wiebes o.a. leiden tot misbruik, belastingontduiking en witwassen. Het is voor de Belastingdienst moeilijk het bezit ervan op te sporen. Er zullen in de 2e helft van 2017 maatregelen worden aangekondigd om de registratie van toonderaandelen te bevorderen.
  3. Aan bijvoorbeeld notarissen of advocaten komt een wettelijk verschoningsrecht toe. In zijn algemeenheid kunnen dienstverleners, die in de (fiscaal)juridische sector werkzaam zijn, onder voorwaarden niet verplicht worden om informatie over cliënten te verstrekken. Wiebes acht de reikwijdte van het fiscale verschoningsrecht te breed en ten aanzien van de hiervoor genoemde personen te ongericht. Hij heeft het voornemen de reikwijdte van het fiscale verschoningsrecht meer te richten op bepaalde juridische werkzaamheden. Anders gezegd, het huidige recht is volgens hem nu heel ruim en onduidelijk geformuleerd en moet daarom worden ingeperkt. Het blijft dus wel mogelijk om vrijelijk met een adviseur te overleggen zonder dat die adviseur openheid van zaken moet geven aan de Belastingdienst. Het verschoningsrecht zou nog wel blijven gelden voor de werkzaamheden die advocaten en notarissen voor een cliënt verrichten betreffende de bepaling van diens rechtspositie of vertegenwoordiging en verdediging in rechte.
  4. Wanneer aan een adviseur een vergrijpboete is opgelegd vanwege het deelnemen aan een beboetbaar feit, acht Wiebes het belangrijk dat het publiek hiervan kennis neemt. Juridische beroepsbeoefenaars kunnen onder omstandigheden beboet worden. Thans wordt een dergelijke boete niet openbaar gemaakt. Er komt een voorstel om de beboeting van adviseurs openbaar te maken. De achterliggende gedachte van Wiebes is, is dat de maatschappelijke openbaarheid zwaarder weegt dan het (privacy)belang van de adviseur. Hiervan zou een preventieve werking uit moeten gaan.
  5. Tot slot worden er maatregelen voorgesteld die misbruik in de invorderingsfase aan moeten pakken. De maatregelen zien op een verruiming van de mogelijkheden tot aansprakelijkheids-stelling, het vervallen van de verplichting tot heropening van een vereffening en een verdergaande informatieverplichting voor aansprakelijk te stellen personen. De positie van de Belastingdienst wordt hiermee versterkt zodat zij zich makkelijker op het vermogen kan verhalen dat is weggesluisd of is weggeschonken.

De bovenstaande voor u samengevatte maatregelen laten, tezamen met de internationale ontwikkeling(en), zien dat er door de autoriteiten zwaar wordt ingezet op de opsporing van belastingontduiking. Als neveneffect wordt ook wellicht belastingontwijking tegengegaan. Al hoewel Wiebes ernaar streeft de maatregelen zo spoedig als mogelijk in werking te laten treden, is het echter onduidelijk wanneer dit ook daadwerkelijk gebeurd. In elk geval wordt voor de meeste maatregelen een consultatieronde gehouden, zodat iedereen op de voorstellen kan reageren. De inschatting is dat één en ander pas in 2018 ingevoerd kan worden.