ACM stelt een redelijke termijn vast voor toegangsverzoeken tot het spoor: een diepgaande analyse

26 maart 2017

In een besluit dat op 14 maart 2017 is genomen, heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de termijnen bepaald waarbinnen de exploitanten van dienstvoorzieningen moeten reageren op vragen om toegang tot spoordiensten.

Het is van belang om eerst de juridische context van deze kwestie te begrijpen. De Spoorwegwet regelt dat spoorwegbedrijven auteursrecht hebben op niet-discriminerende toegang tot diensten en voorzieningen die nodig zijn voor hun werking van treindiensten. Toegangsaanvragen van spoorbedrijven mogen alleen worden afgewezen als er haalbare alternatieven bestaan, afhankelijk van de marktomstandigheden.

Voor effectieve concurrentie op het spoor is het essentieel dat spoorwegbedrijven tijdige duidelijkheid hebben over de voorwaarden waaronder zij toegang kunnen krijgen. Met het Besluit heeft de ACM dus zijn bevoegdheid gebruikt (volgens artikel 70, derde lid van de Spoorwegwet) om de redelijke termijnen voor toegang tot spoordiensten vast te stellen.

Wat betreft de concrete termijnen die in het besluit zijn vastgesteld, zijn er drie belangrijke aspecten:

1. Een exploitant moet binnen 20 werkdagen reageren op een toegangsaanvraag voor dienstvoorzieningen zoals terminals, wasstraten, tankinstallaties, en passagiersstations.
2. Een exploitant moet binnen 30 werkdagen reageren op een toegangsaanvraag voor onderhoudsvoorzieningen. Deze termijn is langer omdat er complexe offertes bij betrokken zijn.
3. Een exploitant moet binnen 5 werkdagen nagaan of een toegangsaanvraag volledig en voldoende gespecificeerd is.

Uiteraard moet elke toegangsaanvraag bepaalde informatie bevatten, zoals de locatie voor het leveren van de dienstvoorziening, de technische specificaties, de gebruiksduur, de contactgegevens van de aanvrager, en het aantal af te nemen diensten.

Helaas kan er tussen de exploitant van een dienstvoorziening en de spoorwegonderneming een geschil ontstaan over de toegangsaanvraag. In dat geval kunnen beide partijen zich tot de ACM wenden voor een bindend oordeel.

Het Besluit helpt spoorwegondernemingen om partijen zoals NS en Prorail te dwingen binnen de vastgestelde termijnen duidelijk te maken onder welke voorwaarden toegang tot spoordiensten kan worden verkregen. Desalniettemin maken vervoerders zich zorgen over de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van het spoor, ondanks de nieuwe regels om concurrerend vermogen op het spoor te bevorderen.

Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Download dan hier onze eBooks en nieuwsbrieven.

Heb je meer vragen of verzoeken om informatie? Neem dan contact op met Martijn Jongmans of Adriaan Buyserd via e-mail.