Uitspraak Hoge Raad: Uitleg EEX-Vo (ECLI:NL:HR:2017:133, 3 februari 2017, nr. 13/01256)

expertise:

Cassatie

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

03 februari 2017

Uitleg EEX-Vo (Verordening Brussel I). Vervolg van HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:164, NJ 2014/73 en HvJEU 10 september 2015, C-47/14, ECLI:EU:C:2015:574. Vordering tegen in Duitsland woonachtige partij op grond van onbehoorlijke taakvervulling als bestuurder dan wel werknemer van in Nederland gevestigde vennootschap; art. 2:9 BW, art. 7:661 lid 1 (oud) BW en art. 6:162 BW. Bevoegdheid Nederlandse rechter. De art. 18-21 EEX-Vo verzetten zich tegen toepassing van art. 5, aanhef en onder 1, respectievelijk onder 3 EEX-Vo, indien de vordering mede gebaseerd is op arbeidsovereenkomst. Hoge Raad doet zelf de zaak af.

ECLI:NL:HR:2017:133, 3 februari 2017, nr. 13/01256

Klik hier voor de volledige uitspraak.