Super B.V. gehouden aan overeenkomsten met Schuitema

30 maart 2010

De rechtbank Amsterdam heeft onlangs geoordeeld dat van de overeenkomsten tussen Super B.V. en Schuitema niet kan worden gezegd dat deze de mededinging beperken. In het geding waren 3 overeenkomsten, een inhuur, uithuur en samenwerkingsovereenkomst. De rechtbank heeft de zich alleen uitgesproken over de geldigheid van de overeenkomsten in het kader van het mededingingsrecht en stelt dat de kantonrechter moet beoordelen wat de looptijd is van de 2 huurovereenkomsten.

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Super B.V. en Schuitema. Super B.V. stelt dat er tussen hem en Schuitema een samenwerking is overeengekomen voor een periode van 15 jaar. Schuitema is van mening dat deze samenwerking niet in duur is beperkt. Hierop voert Super B.V. aan dat indien de duur niet beperkt zou zijn de samenwerking in strijd is met het mededingingsrecht. Super B.V. kan in dat geval niet vrijelijk over zijn supermarkt beschikken. In de samenwerkingsovereenkomst is een aanbiedingsregeling opgenomen, welke inhoud dat Super B.V. bij verkoop de supermarkt eerst aan Schuitema moet aanbieden, laat hij dit na dan blijft de overeenkomst onverminderd van kracht. Schuitema heeft op grond van de inhuur overeenkomst voor onbepaalde tijd het gebruiksrecht op het bedrijfspand. Deze huurovereenkomst kan wegens dringend eigen gebruik worden opgezegd.

De rechtbank stelt ten eerste dat de kantonrechter zich moet uitlaten over de looptijd van de huur overeenkomsten. Indien de kantonrechter bepaald dat de overeenkomsten niet wegens dringend eigen gebruik door Super B.V. kunnen worden opgezegd, betekent dit dat de samenwerkingsovereenkomst niet in duur is beperkt tot 15 jaar. De rechtbank gaat in haar beoordeling uit van deze situatie.

De rechtbank overweegt dat de bepaling in de inhuur overeenkomst voor het eeuwigdurende gebruiksrecht op zichzelf niet mededingingsbeperkend is. Ook de optieregeling in de samenwerkingsovereenkomst heeft deze strekking niet. Bovendien strekt deze ertoe dat Schuitema zijn franchisenetwerk in stand kan houden en beperkt Super B.V. om de kennis die het verworven heeft in handen te laten vallen van een concurrent. De overeenkomsten hebben tot gevolg dat Super B.V. geen concurrerende supermarkt op de huidige locatie kan vestigen. Zij kan echter de samenwerking met Schuitema beeindigen door de huur op te zeggen of haar supermarkt te verkopen. In beide gevallen valt de supermarkt op deze locatie in handen van Schuitema. Super B.V. kan echter wel op een andere locatie een supermarkt vestigen. Daarnaast overweegt de rechtbank dat er geen sprake is van een merkbare beperking van de mededinging omdat het optierecht van Schuitema niet meebrengt dat uitgesloten is dat een concurrerende supermarktformule op de locatie kan worden gevestigd. De rechtbank beslist dan ook dat de vordering van Super B.V. moet worden afgewezen.