Noot bij HR 24 november 2006, C05/197HR

28 maart 2007

In deze zaak gaat het om de vraag of notaris Van Lieshout als derde-beslagene nadat hij een verklaring ex. art. 476a Rv heeft gedaan en hij de volgens die verklaring verschuldigde geldsommen aan FIC als beslaglegger heeft voldaan, het aan FIC betaalde bedrag als onverschuldigd kan terugvorderen, nu de betaling is verricht ten laste van een onder hem rustend depot, waarvan nadien is komen vast te staan dat het depot niet aan een debiteur van FIC toekwam zodat Van Lieshout, anders dan hij als derde-beslagene heeft verklaard en gehandeld, niets aan de debiteur van FIC verschuldigd bleek te zijn.

Download bijlage: C05 197HR__bijlage (DOC, 37 KB)