Nieuwe EEX-Vo: meer duidelijkheid over afbakening arbitrage

expertise:

Ondernemingsrecht - M&A

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

25 mei 2015

Wie binnen de EU grensoverschrijdende geschillen moet afhandelen, zal de procedurele kant niet altijd eenvoudig vinden. Welke rechter is internationaal bevoegd? Welk is recht van toepassing? Hoe kan ik een veroordelend vonnis in het buitenland laten erkennen en executeren? Door arbitrage af te spreken kan voor een deel rechtszekerheid worden verkregen. Echter ook dan blijft het oppassen op valkuilen. In deze bijdrage leest u hoe de nieuwe EEX-Verordening zich verhoudt tot arbitrage-gerelateerde vorderingen.

Binnen de EU werd een aantal vragen uit de inleiding beantwoord aan de hand van Verordening 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (“EEX-Vo”).

Deze EEX-Vo was na enkele jaren toe aan vernieuwing. Voor rechtsvorderingen ingesteld op of na 10 januari 2015 hebben de EU lidstaten daarom met Verordening 1215/2012 ‘herschikte’ procesregels afgesproken (“EEX-Vo bis”).

De EEX-Vo bis bepaalt, net zoals haar voorganger uitdrukkelijk dat zij niet van toepassing is op arbitrage (artikel 1(2)(d); considerans 12).
Ogenschijnlijk een duidelijke uitsluiting, maar één die in de procespraktijk evengoed tot ingewikkelde rechtsvragen leidde. Welke soorten arbitrage-gerelateerde vorderingen kunnen ondanks uitsluiting toch aan de overheidsrechter worden voorgelegd? En wat te beginnen tegen de internationale ‘torpedo’ – een tactiek waarbij een rechtsvordering aanhangig wordt gemaakt in een EU lidstaat die een trage rechtsgang kent, waarop berechting elders voor de duur van die trage procedure kan worden geblokkeerd (litispendentie)?

De nieuwe EEX-Vo bis geeft meer duidelijkheid (artikel 1(2)(d); considerans 12):

  • Uitgesloten vorderingen Ten eerste omschrijft de EEX-Vo bis nauwkeuriger welke soorten arbitrage-gerelateerde rechtsvorderingen buiten haar toepassingsbereik vallen: vorderingen over de instelling van een scheidsgerecht; de bevoegdheden van arbiters; het verloop van een arbitrageprocedure; nietigverklaring; herziening; hoger beroep; erkenning; tenuitvoerlegging. Tegelijkertijd mag de overheidsrechter wel onderzoeken of een arbitraal beding vervallen is, niet van kracht is of niet kan worden toegepast. Als dat inderdaad zo is, kan deze rechterlijke uitspraak in beginsel met toepassing van de EEX-Vo bis elders in de EU worden erkend en geëxecuteerd.
  • Italian torpedo Ten tweede worden ‘torpedo’-acties, met alle vertraging en extra kosten die zij veroorzaken, bestreden. Onder de EEX-Vo werden zulke acties gefaciliteerd: de Europese rechter oordeelde dat de eerste rechter aan wie een geschil werd voorgelegd prioriteit kreeg, ook als daarmee een overeengekomen arbitragebeding werd genegeerd (HvJEU 10 februari 2009, arrest in zaak C-185/07, Allianz v West Tankers). Onder de nieuwe EEX-Vo bis gooit de wetgever het over een andere boeg: Nederlandse rechters mogen Nederlandse arbitrale bedingen toepassen zonder te hoeven wachten op de uitkomst van een elders in de EU, eerder aanhangig gemaakte rechtszaak.
  • Verdrag gaat voor Ten derde kan het zo zijn dat een eiser tegelijkertijd een arbitrage en een rechtszaak bij de overheidsrechter opstart. In dat geval kunnen er uiteenlopende resultaten ontstaan. Als vervolgens grensoverschrijdende executie plaatsvindt, komt de executierechter tussen wal en schip. Onder de EEX-Vo bis moet hij getrouw de uitspraak van zijn zustergerecht executeren. Maar hij moet in zijn rechtsgebied tevens het arbitrale vonnis ten uitvoer leggen (op grond van het Verdrag van New York over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken 1958). De EEX-Vo bis maakt aan dit spanningsveld een einde. Het Verdrag van New York gaat in zulke gevallen voor (artikel 73(2); considerans 12).
  • Vorderingsverbod Ten vierde heeft de Europese rechter recentelijk uitgemaakt dat de oude EEX-Vo er niet aan in de weg staat dat de overheidsrechter een arbitraal vonnis, dat verbiedt bepaalde vorderingen bij de overheidsrechter in een EU lidstaat in te dienen, erkent en ten uitvoer legt. Kort samengevat omdat de EEX-Vo niet geldt voor de erkenning en de tenuitvoerlegging van een door een scheidsgerecht in een andere EU lidstaat gedaan arbitraal vonnis (HvJEU 13 mei 2015, arrest in zaak C-536/13, Gazprom/Litouwen).

Vermoedelijk brengt deze uitspraak met zich mee dat ook onder de EEX-Vo bis arbitrale vonnissen, die het aanhangig maken van een rechtszaak bij de overheidsrechter verbieden wegens de aanwezigheid van een arbitrageovereenkomst, binnen de EU afgedwongen kunnen worden, omdat zij buiten het toepassingsbereik vallen van de EEX-Vo bis. De rechter van de desbetreffende EU lidstaat moet in dat geval niet de EEX-Vo bis toepassen, maar zijn nationale procesrecht en het eerder aangehaalde Verdrag van New York.

Conclusie

Specifiek voor partijen die arbitrage zijn overeengekomen als wijze van geschiloplossing, biedt de nieuwe EEX-Vo bis, die van toepassing is op rechtsvorderingen op of vanaf 10 januari 2015 meer rechtszekerheid. Duidelijker omschreven is welke soorten arbitrage-gerelateerde vorderingen uitgesloten zijn van het toepassingsbereik. ‘Torpedo’-acties worden bestreden. Ingeval er toch uiteenlopende vonnissen zijn van een scheidsgerecht en de overheidsrechter, is bepaald welke uitspraak voorrang krijgt. Ten slotte lijkt het ook onder EEX-Vo bis mogelijk bij het desbetreffende scheidsgerecht een voorziening te vragen die procederen bij de overheidsrechter in de EU verbiedt (‘anti-suit relief’). Een dergelijk vonnis moet ingeval van onenigheid beoordeeld worden op grond van nationaal procesrecht en het Verdrag van New York.