Individuele appartementseigenaren opgepast!

22 mei 2012

Kosten die door een bestuursorgaan, zoals een gemeente, worden gemaakt bij toepassing van bestuursdwang kunnen zowel op de Vereniging van Eigenaars (VvE) als op de individuele appartementseigenaren worden verhaald. Op 4 mei jongstleden maakte de Hoge Raad een einde aan de verdeeldheid die in de rechtspraak was ontstaan over de vraag of van een appartementseigenaar de kosten van bestuursdwang bij dwangbevel konden worden ingevorderd, voor zover die kosten betrekking hadden op de gemeenschappelijke gedeelten van een appartementencomplex.

De Hoge Raad oordeelde dat een aanschrijving aan een VvE tevens is aan te merken als een aanschrijving aan de door de VvE vertegenwoordigde eigenaars tezamen. Dat brengt mee dat niet alleen de VvE, maar ook de individuele appartementseigenaar als overtreder in de zin van de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt en dat de kosten van bestuursdwang ook op hem (naar evenredigheid van zijn aandeel in de vereniging) kunnen worden verhaald.

Eiser was eigenaar van een appartement in ’s-Gravenhage en uit dien hoofde lid van de VvE. De gemeente ’s-Gravenhage had eiser in 2000 bij brief onder aanzegging van bestuursdwang aangeschreven om een aantal voorzieningen te treffen aan zijn appartement. Bij brief van diezelfde datum was ook de VvE onder aanzegging van bestuursdwang aangeschreven om een aantal voorzieningen te treffen ten aanzien van (onder meer) de gemeenschappelijke gedeelte van het complex.  

Omdat zowel eiser als de VvE niet aan de inhoud van de aanschrijving voldeden, gaf de gemeente opdracht aan een aannemersbedrijf om de werkzaamheden aan het appartement en aan de gemeenschappelijke gedeelten van het appartementencomplex uit te doen voeren. De totale kosten (€ 58.795,09 aannemingskosten en € 7.947,89 door de gemeente gemaakte kosten) trachtte de gemeente vervolgens op eiser als individuele appartementseigenaar door middel van een dwangbevel te verhalen.

Eiser stelde verzet in tegen het dwangbevel en voerde onder meer aan dat de gemeente, voor zover het werkzaamheden aan de gemeenschappelijke gedeelten van het appartementencomplex betrof, niet hem maar de VvE had dienen aan te spreken.

De rechtbank verklaarde het verzet gegrond, voor zover het dwangbevel betrekking had op de kosten die waren gemaakt ten behoeve van de gemeenschappelijke gedeelten nu zij meende dat aan het dwangbevel een deugdelijke grondslag ontbrak. In hoger beroep verklaarde het Hof het verzet alsnog geheel ongegrond, daarbij verwijzend naar de hoofdelijke verbondenheid van de gezamenlijke appartementseigenaars (art. 5:113 lid 5 BW). Eiser liet het er niet bij zitten en stelde cassatieberoep in.   

De Hoge Raad stelt voorop dat de kosten van bestuursdwang in de zin van artikel 5:26 lid 1 (oud) Awb slechts op de overtreder, degene die niet voldoet aan een tot hem gerichte aanschrijving, kunnen worden verhaald. Een aanschrijving aan een VvE tot het treffen van voorzieningen aan gemeenschappelijke gedeelten is volgens de Hoge Raad tevens aan te merken als een aanschrijving aan de individuele eigenaars tezamen. Zij verwijst daarvoor naar artikel 5:126 lid 2 BW dat bepaalt dat de VvE de gezamenlijke appartementseigenaren in en buiten rechte kan vertegenwoordigen. Dat brengt aldus mee dat niet alleen de VvE maar ook eiser als overtreder moet worden aangemerkt en dat de kosten van bestuursdwang ook van hem bij dwangbevel kunnen worden ingevorderd. De Hoge Raad komt in dit arrest tot de conclusie dat 3/7 deel van de aannemingskosten en de overige kosten die samenhangen met de werkzaamheden aan de gemeenschappelijke gedeelten bij dwangbevel van eiser kan worden ingevorderd.

Met een verwijzing naar dit arrest kunnen bestuursorganen aldus middels een dwangbevel individuele appartementseigenaren hoofdelijke aanspreken naar evenredigheid van zijn of haar aandeel in de vereniging voor de kosten die gepaard zijn gegaan met de toepassing van bestuursdwang zelfs als die kosten betrekking hebben op de gemeenschappelijke gedeelten van een appartementencomplex.

Ondanks dat artikel 5:26 (oud) Awb bij de invoering van de vierde tranche Awb is vervallen, blijft deze rechtspraak mijns inziens zijn werking behouden voor de vanaf 1 juli 2009 gewijzigde regeling van kostenverhaal in de Awb.

Klik hier om de gehele uitspraak te lezen van de Hoge Raad, 4 mei 2012 LJN: BW 4812.