Evaluatie kantonrechtersformule

31 januari 2003

Algemeen: de ontslagvergoeding Iedereen is inmiddels bekend met de zogenaamde kantonrechtersformule, ook wel: ABC-formule. Uit een recent onderzoek onder alle kantonrechters in Nederland blijkt dat deze formule door vrijwel alle kantonrechters nagenoeg altijd wordt toegepast. Deze enquête is de aanleiding voor dit bulletin. Hoe kijkt de meerderheid van de kantonrechters momenteel aan tegen de invulling van de factoren A, B en C (oftewel: de anciënniteitsfactor, de belonings-factor en de correctiefactor) in deze formule? 

De overgrote meerderheid van de kantonrechters is tevreden over de toepasbaarheid van de kantonrechtersformule. Met name de correctiefactor biedt voldoende ruimte om uitdrukking te geven aan de bedoeling om een billijke vergoeding toe te kennen. Feitelijk wil niemand toe naar de situatie dat de ontslagvergoeding een vaste vergoeding vormt, ongeacht de omstandigheden van het geval.

De factor A: anciënniteit

Uit de enquête blijkt dat de berekening van het aantal dienstjaren zelden tot problemen leidt; alleen bij zeer korte dienstverbanden bestaat in de praktijk nogal eens aanleiding om van de formule af te wijken. Een kleine meerderheid van de kantonrechters telt wel de periode mee dat een werknemer als uitzendkracht voor dezelfde werkgever heeft gewerkt. Benadering door een head hunter blijkt minder snel in de prijzen te vallen. Opmerkelijk is dat perioden van langdurige arbeidsongeschiktheid, respectievelijk non-activiteit, zelden in mindering komen op de A-factor. Meestal wordt dit opgelost via de C-factor.

De factor B: beloning

Ook hier blijkt de kantonrechtersformule tot op zeer grote hoogte navolging te vinden. Dat betekent dat de vaste inkomensbestanddelen, zoals het maandelijks salaris, vakantietoeslag, vaste jaarlijkse uitkeringen, toeslagen, etc., standaard worden meegeteld. De waarde van het privé-gebruik van de auto wordt niet meegeteld, evenmin als de door werkgever betaalde premies voor diverse soorten verzekeringen. In uitzonderlijke gevallen wordt het werkgeversdeel van de pensioenpremie meegeteld. Wel lijken kantonrechters bereid om variabele inkomensbestanddelen, zoals het gemiddelde van een jaarlijks uitgekeerde bonus, tantième of provisie, mee te tellen.

De factor C: correctiefactor

Omdat de toepassing van de correctiefactor in hoge mate afhankelijk is van de omstandigheden van het geval, is het begrip verwijtbaarheid aan deze of gene zijde van de arbeidsrelatie wel in belangrijke mate bepalend voor de toepassing daarvan. Daarnaast blijkt uit de enquête dat, in tegenstelling tot hetgeen altijd werd gedacht, de slechte financiële positie van de werkgever -mits voldoende aangetoond!- wel degelijk een rol van betekenis kan spelen bij de vaststelling van de vergoeding. Weinig duidelijkheid bestaat omtrent heikele punten, zoals wat te doen bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst na langdurige ziekte en dus langdurige loonbetaling van de werkgever: moet de vergoeding worden verminderd, omdat de werkgever al zo lang loon heeft doorbetaald? Nog zo’n vraag: een werknemer die langdurig parttime heeft gewerkt, maar de laatste periode fulltime is gaan werken. Denk aan het omgekeerde geval: de werknemer verkiest na langdurig fulltime te hebben gewerkt zelf om parttime te werken. De enquête geeft hierover geen duidelijke standpunten. Kennelijk zijn de kantonrechters verdeeld en is het maar net waar de zaak wordt behandeld, hoe met deze materie wordt omgesprongen. Duidelijker zijn de kantonrechters als de werknemer over een nieuwe baan blijkt te beschikken: dit behoeft geen reden te zijn om de werknemer in het geheel geen vergoeding toe te kennen. Ook zijn de kantonrechters in meerderheid geen voorstander van toekenning van de vergoeding in de vorm van een suppletie op een uitkering. Uitgangspunt was en blijft de vergoeding als bedrag ineens.