Een nieuwe wijze van conflictbeslechting: ‘Collaborative Law’

expertise:

Familie- & Erfrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

02 juli 2008

Mediation heeft over de hele wereld een grote vlucht genomen als een “betere” wijze van conflictbeslechting dan procedures via de rechter. Sedert het begin van deze eeuw is daarop een variant ontwikkeld, die internationaal wordt aangeduid met de term: collaborative law of collaborative practice. Deze wijze van geschillenbeslechting wordt in Amerika, Canada, Australië en een aantal Europese landen in allerlei rechtsgebieden ingezet, maar met name in het familie-erfrecht. Van 1 t/m 3 mei werd in Cork (Ierland) het tweede internationale congres over collaborative law gehouden. Met zeven andere vFAS-sers heb ik aan dat congres deelgenomen. 

In collaborative practice wordt iedere partij geadviseerd en bijgestaan door een eigen advocaat. Dat is een groot verschil met mediation of scheidingsbemiddeling, waarbij partijen gezamenlijk voor een onafhankelijk mediator verschijnen. Voor het overige lijkt collaborative practice heel veel op mediation. Voordat het proces van start gaat, tekenen alle partijen een gezamenlijke overeenkomst, waarin de gedragsregels tijdens het proces en de overige vereisten voor een succesvol verloop zijn neergelegd. Collaborative practice is een teamgericht proces, waarin partijen hun advocaten en eventuele andere in te schakelen adviseurs samenwerken met het uitsluitende doel te komen tot een overeenkomst, die zoveel mogelijk tegemoet komt aan de belangen en behoeften van beide partijen. Om te bewerkstelligen dat partijen, hun advocaten en andere adviseurs zich tot het uiterste in zullen spannen om gezamenlijk in goed overleg tot een afrondend contract te komen, sluiten partijen welbewust de mogelijkheid van een procedure uit. De advocaten mogen hun partijen in de toekomst niet vertegenwoordigen in een gerechtelijke procedure, die betrekking heeft op het onderwerp van het geschil. Als het proces mislukt, dan wel één van beide partijen een gerechtelijke procedure aanhangig maakt, dienen beide collaborative law-advocaten en eventuele andere adviseurs zich terug te trekken. 

Het collaborative law proces kent enkele andere grondregels, alle gericht op samenwerking. Zo verbinden partijen zich onder meer tot het geven van volledige openheid van zaken, verplichten zij zich op integere wijze deel te nemen aan het proces en rekening te houden met elkaars belangen. Collaborative practice is een vrijwillig, vertrouwelijk, informeel, flexibel en transparant proces, waarin partijen met behulp van hun advocaten hun zaak, bijvoorbeeld een echtscheiding, regelen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de belangen en het welzijn van de kinderen tijdens en na de scheiding. De echtgenoten worden aangemoedigd “to honour and preserve the residual core of positive connection between them”, zodat op een respectvolle manier kan worden gescheiden en ouders in staat blijven tot gezamenlijke uitoefening van het ouderschap. Als het nodig is voor het bereiken van oplossingen, deskundigen bij het proces te betrekken (zoals psychologen, pedagogen, accountants, fiscalisten, e.d.), dan worden zij bij aanvang van het proces gezamenlijk door de partners geselecteerd en werken ze als een team samen met de advocaten.

Het proces vindt primair plaats door middel van gezamenlijke gesprekken. Advocaten wisselen tijdens hun voorbespreking informatie uit over mogelijk gevoelige aangelegen­heden en stellen de agenda voor ieder gesprek vast. Eerst wordt gekeken welke onderwerpen snel kunnen worden afgewikkeld en welke naar verwachting gevoelig liggen. Tijdens het eerste gesprek komen de “makkelijke” onderwerpen aan de orde. Een overeenstemming daarover vergroot het vertrouwen van partijen in het collaborative law-proces. Als dat nuttig is, kunnen advocaten en partijen een “break” voorstellen, waarbij nader overleg wordt gevoerd tussen de één en de ander. Ook is het mogelijk dat partijen spreken met “de andere advocaat”. Nadat in een tweede of derde gesprek de overige te regelen kwesties worden opgelost, wordt een vaststellings­overeenkomst getekend. Is sprake van een echtscheiding, dan wordt via gemeen­schappelijk verzoek uitspraak gevraagd. 

De grondhouding van een advocaat in het collaborative law-proces is die van een mediator, die separaat met zijn cliënt mag overleggen. Hij informeert zijn cliënt over de juridische positie, stimuleert de participatie, begeleidt en coacht de cliënt gedurende het proces. Gezamenlijk voorzien de advocaten in een georganiseerd constructief kader, waarin het voor partijen makkelijker is om tot overeenstemming te komen over de gevolgen van hun echtscheiding of over de regeling van hun conflict. Advocaten dragen opties aan voor oplossing van geschilpunten, zo dat de winst van de één niet noodzakelijk het verlies van de ander betekent. Daarbij kunnen opties meer in het voordeel zijn van “de andere partij”. Het partij-denken moet zoveel mogelijk worden uitgebannen. De advocaten treden weliswaar op als individuele belangenbehartigers voor hun cliënt, maar zij zijn tegelijkertijd verplicht het proces aan beide kanten eerlijk, respectvol en constructief te laten verlopen. Advocaten zijn verantwoordelijk voor het “opschuiven” van hun cliënt van posities naar onder gelegen belangen en behoeften.

Wat is het voordeel van collaborative practice: ieder partij heeft een eigen adviseur. Het ontbreken daarvan wordt wel eens als een nadeel ervaren bij mediation. In geval sprake is van materiële dan wel emotionele ongelijkheid tussen partijen, schept collaborative law betere condities voor een in het gelijkwaardige positie brengen van partijen en het tot stand brengen van een eerlijke en evenwichtige overeenkomst.

In de Verenigde Staten, Canada, Australië en Europese landen waaronder het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk, wordt collaborative law met succes beoefend, met name op gebied van familie-erfrecht. Op 2 mei 2008 werd Collaborative Law Holland opgericht, dat zich speciaal richt op het familie-erfrecht. Omdat ‘collaborative’ zich moeilijk leent voor vertaling in het Nederlands wordt gedacht aan een werktitel als: “Familierecht in Samenspraak”, af te korten als FIS. De afkorting lijkt veel op die van de specialisatievereniging voor Familierecht Advocaten en Scheidingsbemiddelaar, de vFAS. Dat is ook de bedoeling. 
Via een afzonderlijke rechtsvorm (vereniging of stichting) zal nauw met de vFAS samen gewerkt worden om te komen tot een goed resultaat.