Alimentatie Voor Jongvolwassenen: Alles Wat U Moet Weten Over Financiële Ondersteuning Van Uw Meerderjarige Kind

expertise:

Familie- & Erfrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

16 november 2016

Als ouders vragen we ons soms af hoe lang we voor onze kinderen alimentatie moeten betalen. Hebben ze het wel nodig, of kunnen ze voor zichzelf zorgen? Het antwoord is te vinden in Art. 1:392 lid 2 en 395a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Hier staat dat ouders voor hun kinderen moeten betalen, ongeacht of ze behoeftig zijn, tot ze 21 jaar zijn. Dus of een kind zelf in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien, is niet van belang.

Stel, je kind kiest ervoor om te studeren, ook al worden er twintig banen aangeboden. Tot hun 21ste jaar hoeven ze deze banen niet te accepteren. Het belangrijkste is of het kind tot zijn 21ste jaar behoefte heeft aan alimentatie. Als je kind op hun 19de verjaardag een baan accepteert, waarmee ze geheel in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, dan hebben ze geen behoefte aan alimentatie en hoef je als ouder ook niet te betalen. Deze regels lijken duidelijk, maar blijken in de praktijk vaak lastiger dan gedacht.

Een beroemd voorbeeld is een zaak die voor de Hoge Raad kwam op 30 september 2016 (ECLI:2016:2234). Het Hof ‘s‑Hertogenbosch had geoordeeld dat een bijna 20-jarige zoon, die zijn opleiding had afgerond en een arbeidsrelatie was aangegaan, volledig in zijn eigen levensonderhoud kon voorzien en daarom geen recht meer had op alimentatie. Dit oordeel werd echter tegengesproken door de Hoge Raad. Onder verwijzing naar bovengenoemde artikelen concludeerden ze dat de moeder nog steeds onderhoudsplichtig was, ondanks dat de zoon in staat was om voor zichzelf te zorgen.

Deze uitspraak van de Hoge Raad roept vragen op over hoe we behoefte en noodzaak van alimentatie moeten beoordelen. Terwijl het Hof oordeelde op basis van de daadwerkelijke situatie (de zoon had een baan en kon voor zichzelf zorgen), blijkt volgens de Hoge Raad de wet op een andere manier geïnterpreteerd te moeten worden.

Een andere zaak bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, op 6 september 2016 (ECLI:2016:7362) hield zich ook bezig met deze vraag. Hier werd geoordeeld dat een 20-jarige dochter, die tijdelijk niet studeerde maar wel een bijbaan had, nog steeds recht had op alimentatie, ondanks dat ze bijna volledig in haar eigen levensonderhoud kon voorzien.

Wat we van deze beslissingen kunnen leren is dat behoeftigheid niet wordt gemeten voor mensen onder de 21 jaar. Ze kunnen ervoor kiezen om te studeren en niet te werken. Maar als ze besluiten niet te studeren en te werken en volledig voor hun eigen behoefte kunnen zorgen, hoeven de ouders niet langer bij te dragen. Ook de uitspraak van de Hoge Raad verandert dit niet. Deze discussie laat zien hoe complex de bepaling van alimentatie kan zijn en dat er nog steeds veel vragen onbeantwoord zijn.