De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft besloten niet in hoger beroep te gaan tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam waarin een beroep van netbeheerder Westland gegrond wordt verklaard en waarin de boetebesluiten worden vernietigd. Eind 2009 had de NMa boetes opgelegd aan Westland van in totaal EUR 388.000. De NMa vond dat Westland niet alle wettelijke procedures op orde had om de risico’s voor de kwaliteit van haar elektriciteits- en gasnetwerk voldoende te beheersen.
Westland beschikte niet over een plan om risico’s te inventariseren en af te wegen. Naar de mening van de NMa voldeed de methode van risicoanalyse daarmee niet aan de wettelijke eisen. De methode maakt onderdeel uit van het zogeheten kwaliteitsbeheersingssysteem (KBS), waarmee netbeheerders bedreigingen voor de kwaliteit van het net tijdig kunnen opsporen. Het is van belang dat netbeheerders deze bedreigingen snel opsporen omdat ze zo storingen en onderbrekingen in het netwerk kunnen voorkomen. Als deze netten uitvallen heeft dat immers onmiddellijk grote economische en maatschappelijke gevolgen.
De rechtbank oordeelt nu dat Westland op basis van de Ministeriële Regeling Kwaliteit en de toelichting daarbij niet hoefde te begrijpen dat het KBS een plan, proces of procedure moest bevatten voor het inventariseren en wegen van risico's. Westland kon volgens de rechtbank dus niet weten dat zij voor het ontbreken daarvan zou worden gestraft.
De rechtbank heeft wel opgemerkt dat de invulling die de NMa aan de MR Kwaliteit heeft gegeven niet onjuist hoeft te zijn. Volgens de rechtbank had de NMa een bindende aanwijzing kunnen geven over de manier waarop een netbeheerder de norm in de MR Kwaliteit kan invullen. Nu de norm niet eerder voldoende duidelijk was ingevuld, mocht de NMa geen boete opleggen voor het niet opstellen van een plan, proces of procedure. Die eis vloeit volgens de rechtbank niet eenduidig voort uit de MR Kwaliteit of uit de Elektriciteits- en de Gaswet.
(Bron: NMa)