Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 12 mei jl. de uitbaters van café Victoria in Breda vrijgesproken van overtreding van het rookverbod. Het OM heeft al aangekondigd naar aanleiding van deze uitspraak in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.
Het hof baseert deze vrijspraak op een toetsing van het 'Besluit Uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten'. Het hof is van oordeel dat dit besluit gedeeltelijk onverbindend is, vanwege het ontbreken van een deugdelijke wettelijke grondslag. Voor zover het verplicht tot het instellen en handhaven van een rookverbod in horeca-inrichtingen zonder personeel. Het genoemde besluit blijft niet binnen de kaders die de wetgever in de artikelen 10 en 11a van de Tabakswet biedt. Deze artikelen staan volgens het hof niet toe dat een algeheel rookverbod voor horeca-inrichtingen zonder personeel wordt voorgeschreven.
Eerder kwam de rechtbank Breda ook tot vrijspraak, maar op andere gronden. De rechtbank sprak beide verdachten vrij vanwege strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel.
Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep, twee weken geleden, eiste de advocaat-generaal nog tegen elk van beide verdachten een geldboete van 600 euro en een voorwaardelijke stillegging van het café voor één maand (zie ook www.rechtspraak.nl).