Een van de middelen waarmee het kabinet het Nederlandse bedrijfsleven internationaal aantrekkelijker wil maken, wordt gevormd door het bieden van de mogelijkheid aan bedrijven om te kiezen voor het zogenaamde one- dan wel two-tier board. Vanuit het bedrijfsleven is al jaren geleden de wens geuit tot de introductie van de ‘one tier’ structuur. De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie op 3 november jl. ingestemd met indiening van een daartoe strekkend wetsvoorstel bij de Tweede Kamer.
Het kabinet wil het Nederlandse bedrijfsleven internationaal aantrekkelijker maken. Daartoe tracht zij de bruikbaarheid te vergroten van de naamloze en de besloten vennootschap in nationale en internationale ondernemingsverhoudingen. De noodzaak daartoe wordt onder meer gevormd door de toenemende concurrentie van buitenlandse rechtsvormen en de arresten van het Europese Hof van Justitie. In deze arresten wordt met enige regelmaat de nadruk gelegd op het recht op vrije vestiging voor bedrijven en investeerders die gebruik willen maken van buitenlandse rechtsvormen.
‘One tier’ model
Het ‘one tier’ model, ook wel het monistisch bestuursmodel genoemd, houdt in dat de bestuur- en toezichtstaken binnen een onderneming worden verdeeld over uitvoerende bestuurders enerzijds en niet-uitvoerende bestuurders anderzijds. De bestuursvoorzitter wordt bij de keuze voor dit systeem altijd vervuld door een niet-uitvoerende bestuurder. Het verschil tussen uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders zit hem in het gegeven dat niet-uitvoerende bestuurders niet belast zijn met de dagelijkse gang van zaken binnen de vennootschap.
‘Two tier’ model
Het ‘two tier’ model, ook wel het dualistisch bestuursmodel, is het bestuursmodel dat sinds jaar en dag geldt voor de naamloze en besloten vennootschappen in Nederland. In het dualistisch bestuursmodel is sprake van een (dagelijks) bestuur enerzijds en een – al dan niet verplichte – Raad van Commissarissen anderzijds.
Voordeel ‘one tier’ model
Als voordeel van het ‘one tier’ model wordt genoemd dat bestuurders eerder en meer informatie krijgen dan commissarissen (in het ‘two tier’ model), onafhankelijk of zij zich nu bezig houden met de algemene lijn of (ook) met het uitvoerende bestuur van de onderneming. Ze hebben allen immers zitting in hetzelfde bestuursorgaan.
Ondernemingen die vallen onder de structuurregeling
Aan ondernemingen die onder de zogenaamde structuurregeling vallen, wordt in het wetsvoorstel eveneens de mogelijkheid geboden om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel. Tot op heden gold voor deze ondernemingen het dualistisch model met de wettelijk verplichte Raad van Commissarissen. Voor zover dergelijke bedrijven in de toekomst overigens mochten opteren voor het monistisch bestuursstelsel, blijft het toezicht overigens wel verplicht, doch niet langer in de vorm van een Raad van Commissarissen.
In het wetsvoorstel zijn verder nog regels opgenomen met betrekking tot de aansprakelijkheid van bestuurders bij onbehoorlijk bestuur, en voor de gevolgen van een tegenstrijdig belang van de vennootschap. Uitgangspunt is, dat in de situatie dat een (uitvoerend) bestuurder of commissaris een persoonlijk belang heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap, hij niet meedoet aan de besluitvorming daaromtrent.