Op 3 december 2019 heeft de rechter in hoger beroep (ECLI:NL:GHARL:2019:10344) het vonnis van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland van 25 juli 2018 bekrachtigd, waarbij de vordering tot het realiseren van een verzwaarde aansluiting op het elektriciteitsnet binnen de in de artikel 23 Elektriciteitswet (hierna: “E-wet”) bepaalde maximale termijn van achttien weken werd toegewezen.
Hoewel het hier een vonnis in kort geding betreft – en dus om een voorlopige voorziening gaat – geeft dit vonnis toch handgrepen in het tijdig laten realiseren van een aansluiting op het elektriciteitsnet c.q. verzwaring van de bestaande elektriciteitsaansluiting.
Wat was er aan de hand?
Eiseres in eerste aanleg, “Nedcool”, houdt zich bezig met het gekoeld, verwarmd en/of geconditioneerd opslaan van allerhande levensmiddelen. Ter uitbreiding van haar opslagcapaciteit had zij een extra koelhuis gerealiseerd. Hiervoor had Nedcool een verzwaring van haar bestaande elektriciteitsaansluiting verzocht bij de netbeheerder, “Liander”.
Op 8 maart 2018 heeft Nedcool de offerte van Liander geaccepteerd en op 9 maart 2018 aan Liander retour gestuurd. Kort daarop maakt Liander aan Nedcool kenbaar dat de uitvoering van de werkzaamheden op zijn vroegst in de week van 24 tot en met 28 september 2018 kunnen plaatsvinden.
Nedcool heeft Liander vervolgens bericht dat deze planning niet acceptabel is en haar gesommeerd om de aansluiting uiterlijk op 13 juli 2018 gereed te hebben.
Wettelijke plicht om de gevraagde aansluiting binnen achttien weken te realiseren
In artikel 23 lid 1 van de E-wet is bepaald dat een netbeheerder verplicht is degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net. Lid 3 van dit artikel bepaalt dat de aansluiting binnen een redelijke termijn dient te geschieden, welke in ieder geval is verstreken wanneer de gevraagde aansluiting niet binnen achttien weken nadat het verzoek daartoe bij de netbeheerder is ingediend, indien het – zoals in dit geval – een aansluiting tot 10 MVA betreft.
Artikel 23 E-wet ziet ook op verzwaring bestaande aansluiting
In het artikel wordt steeds gesproken van “een aansluiting” zonder dat daarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een nieuwe of bestaande aansluiting. De voorzieningenrechter in eerste aanleg was van oordeel dat aangenomen moet worden dat artikel 23 E-wet niet enkel ziet op nieuwe aansluitingen maar ook op de verzwaring van bestaande aansluitingen, zodat de in artikel 23 lid 3 E-wet genoemde redelijk termijn van maximaal achttien weken hierop ook van toepassing is.
Geen overmacht
Het beroep van Liander op overmacht – vanwege een tekort aan gekwalificeerd technisch personeel – en dat zij dientengevolge niet aan de wettelijke termijn van achttien weken kon worden gehouden faalde eveneens bij de voorzieningenrechter in eerste aanleg. De voorzieningenrechter was van oordeel dat een tekort aan geschikt personeel geen uitzonderlijke omstandigheid was die buiten de invloedssfeer van Liander lag en die het onredelijk zou maken om Liander aan de termijn van achttien weken te houden.
Discriminatieverbod
Het discriminatieverbod is vastgelegd in artikel 23 lid 2 E-wet. In dit artikel is bepaald dat de netbeheerder zich onthoudt van iedere vorm van discriminatie tussen degenen jegens wie zij verplicht is een aansluiting te realiseren. Liander deed een beroep op dit verbod door te stellen dat het voor haar niet mogelijk was de aansluiting van Nedcool eerder in te plannen. De voorzieningenrechter in eerste aanleg oordeelde dat moest worden aangenomen dat Liander Nedcool niet mocht voortrekken of mocht achterstellen ten opzichte van anderen binnen de geldende wettelijke termijnen, maar dit betekende naar het oordeel van de voorzieningenrechter in eerste aanleg niet dat Liander met een beroep op dit artikellid van haar wettelijke plicht om de gevraagde verzwaring van de elektriciteitsaansluiting binnen achttien weken te realiseren werd ontslagen.
Het Hof
Het Hof was vrij kort en sloot zich ten aanzien van de in eerste aanleg besproken (vraag-)punten geheel aan bij de overwegingen van de voorzieningenrechter in eerste aanleg en haar voorlopig oordeel en maakte die overwegingen en het voorlopige oordeel tot de zijne.
Voor de praktijk
Heeft u een nieuwe aansluiting op het elektriciteitsnet of een verzwaring van de bestaande elektriciteitsaansluiting tot 10 MWA nodig en wordt u door de netbeheerder geconfronteerd met een langere termijn dan de wettelijke redelijk termijn van achttien weken, dan loont het mogelijk om een kort geding aan te spannen teneinde te bewerkstelligen dat de netbeheerder wordt veroordeeld de aansluiting alsnog tijdig te realiseren.
Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit artikel of heeft u andere vastgoed of bouwrecht gerelateerde vragen, neem dan gerust contact op met Jeroen Weijer of andere leden van de sectie Vastgoed, Bouw en Overheid.