De eerste 2 ziektejaren heeft een werkgever een inspanningsverplichting om de zieke werknemer te reïntegreren. Deze reïntegratieplicht gaat ver. In 2010 is door de Centrale Raad van Beroep (CRvB) al bepaald dat de werkgever ook primair verantwoordelijk is voor de adviezen van de bedrijfsarts als achteraf het UWV bij de Poortwachtertoets vindt dat deze adviezen niet juist waren. Recent is opnieuw een uitspraak van de CRvB verschenen over de reïntegratieverantwoordelijkheid van de werkgever.
Het UWV legt aan de werkgever een loonsanctie op omdat hij zonder deugdelijke grond onvoldoende reïntegratie-inspaningen had verricht voor een arbeidsongeschikte 50-jarige werknemer. Deze werknemer kon niet meer terugkeren in zijn oude functie en de werkgever had alles in het werk moeten stellen om hem via het 2e spoor te reïntegreren.
De werkgever was het niet eens met de loonsanctie. Zijn arbodienst had werkgever geadviseerd om voor de werknemer een outplacementtraject in te kopen, eventueel voorafgegaan door een loopbaanheroriëntatie. De werkgever had daarop een reïntegratie-coach ingeschakeld. Deze coach heeft vervolgens vier gesprekken met werknemer gevoerd die gericht waren op het verkrijgen van zelfinzicht. Omdat de reïntegratie-coach van mening was dat ‘de beste begeleiding geen begeleiding was’, heeft de werkgever daarop de inkoop van een outplacementraject achterwege gelaten. De werkgever had de werknemer wel de verplichting opgelegd om regelmatig sollicitatiebrieven te schrijven.
De werkgever stelde zich onder andere op het standpunt dat hij mocht afgaan op het advies van de reïntegratie-coach en niet aansprakelijk is voor mogelijke tekortkomingen daarin. De werkgever ontving bij de rechter echter geen steun voor dit standpunt. Opnieuw oordeelde de CRvB dat het UWV er terecht van uitgaat dat de verantwoordelijkheid voor reïntegratie is gelegen bij de werkgever. De werkgever kan zich niet verschuilen achter een reïntegratie-coach. Naar het oordeel van de CRvB is de werkgever te afwachtend geweest en heeft hij onvoldoende reïntegratie-inspanningen 2e spoor geleverd. Het enkele in ontvangst nemen van de overzichten van de werknemer van zijn sollicitatieactiviteiten is onvoldoende.
Uit deze uitspraak volgt dat de werkgever niet blind kan varen op de adviezen die hij van de reïntegratiedeskundigen ontvangt. De werkgever is hoofdverantwoordelijk voor alle door hem ingeschakelde ‘hulppersonen’ tijdens het reïntegratieproces. Dat betekent dat een werkgever niet alleen kritisch dient te zijn naar een bedrijfsarts maar ook naar een reïntegratiecoach en/of reintegratie/outplacementbureau. Het risico van een loonsanctie kan in dit kader alleen zoveel als mogelijk beperkt worden door tussentijds een deskundigenoordeel bij het UWV aan te vragen.