Onder de oude Wet milieubeheer (hierna Wm) gold de regel dat een inrichting ("elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht") vergunningplichtig was, tenzij ten aanzien van die inrichting algemene regels waren gesteld. Tegenwoordig is het andersom en gelden voor de meeste inrichtingen algemene regels. In het Activiteitenbesluit staan de algemene regels waaraan bedrijven moeten voldoen, bijvoorbeeld om vervuiling van water en bodem te voorkomen.
Het Activiteitenbesluit maakt een onderscheid tussen zogenaamde A-, B- en C-inrichtingen. De A- en B-inrichtingen zijn niet vergunningplichtig. Bij A-inrichtingen gaat het om inrichtingen waar minder milieubelastende activiteiten worden uitgevoerd, zoals school- en kantoorgebouwen. Bij B-inrichtingen moet gedacht worden aan garagebedrijven, metaalbewerkende bedrijven en zeefdrukkerijen. Zowel de A- als de B-inrichtingen zijn niet vergunningplichtig, maar vallen wel onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit. De oprichting van een B-inrichting dient echter te worden gemeld bij het bevoegd gezag, in de regel het college van burgemeester en wethouders. De zogenaamde inrichtingen die zeer milieubelastend zijn, gelden als C-inrichtingen. Deze inrichtingen zijn altijd vergunningplichtig. In de Wabo is geregeld dat[NBSP] de melding/aanvraag voor milieubelastende activiteiten via de omgevingsvergunning moet worden gemeld (voor B-inrichtingen) respectievelijk aangevraagd (voor C-inrichtingen).
Voor de vastgoedpraktijk is van belang dat sprake kan zijn van samenloop van activiteiten. Dit doet zich bijvoorbeeld voor indien het bouwen van een gebouw tevens de oprichting van een inrichting in de zin van de Wm is. In dat geval moet naast de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de activiteit bouwen ook de oprichting van de inrichting worden gemeld. De melding/aanvraag is daarbij een indieningsvereiste voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. Indien u de oprichting niet gelijktijdig met de aanvraag meldt, loopt u het risico dat uw aanvraag om een omgevingsvergunning niet in behandeling wordt genomen, met alle tijdsverlies van dien.