De Rechtbank Almelo, sector kanton heeft onlangs geoordeeld over de vraag of het ontbindingsverzoek verband houdt met het opzegverbod tijdens ziekte?
Werknemer trad op 1 februari 2008 bij werkgever in dienst. Sinds zijn indiensttreding meldde werknemer zich regelmatig ziek. Hierbij is van belang dat werkgever een ziekteverzuimreglement hanteert, waarbij een zieke werknemer zich uiterlijk vóór 9:00 uur telefonisch bij de direct leidinggevende ziek dient te melden. Werknemer meldde zich verschillende malen ziek na het uiterlijke tijdstip van 9:00 uur.
In de procedure kwam vast te staan dat werknemer lijdt aan een slaapstoornis. Er volgden verschillende gesprekken tussen werknemer en werkgever en werknemer en de bedrijfsarts. Partijen ondertekenden vervolgens een Plan van Aanpak ten aanzien van de reïntegratie van werknemer.
Het lukte werknemer niet om zich aan de afspraken uit het Plan van Aanpak te houden en werkgever gaf werknemer een officiële waarschuwing, waarop hij het UWV om een deskundigenoordeel verzocht. Er volgen nog een aantal officiële waarschuwingen en uiteindelijk kondigde werkgever het einde van het dienstverband aan.
Werkgever verzocht de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen, gelegen in een verandering in de omstandigheden. Werkgever stelde hiertoe dat werknemer zich niet had gehouden aan afspraken over zijn aanwezigheid en de wijze waarop hij zich diende af te melden bij verzuim. Werkgever was van oordeel dat deze niet nakoming van afspraken geen verband houdt met de slaapstoornis, maar dat werknemer lijdt aan een gedragsprobleem. Werkgever stelde niet langer meer op werknemer te kunnen rekenen en dat er binnen het team geen vertrouwen meer in hem is. Voorts stelde werkgever dat werknemer niet in aanmerking komt voor een vergoeding.
Werknemer verzocht het verzoek tot ontbinding af te wijzen. Mocht dit verzoek toch worden toegewezen, verzocht werknemer hem een vergoeding toe te kennen ter hoogte van de kantonrechtersformule waarbij de C op 3 wordt gesteld. Werknemer stelde dat het niet nakomen van afspraken het gevolg was van zijn slaapstoornis en dat dit niet verwijtbaar is.
De kantonrechter diende te oordelen of de verzochte ontbinding verband hield met het opzegverbod tijdens ziekte. De kern van het geschil was of het onverwachts niet verschijnen van werknemer en het niet tijdig afmelden al dan niet voortvloeien uit zijn ziekte, zijnde de slaapstoornis.
Uit het medisch verslag van het deskundigenoordeel van 23 januari 2012 en het oordeel van de bedrijfsarts van 24 januari 2012 is gebleken dat werknemer ten tijde van het indienen van het ontbindingsverzoek nog arbeidsongeschikt was. Dit betekent dat werknemer ten tijde van de opzegging ziek was en in geval van opzegging tijdens ziekte geldt een opzegverbod.
Gelet op de reflexwerking van het opzegverbod en het grote belang dat werknemer heeft, was de kantonrechter van oordeel dat de ontbinding diende te worden afgewezen. Werknemer zal onder begeleiding van de bedrijfsarts en na verkregen informatie van het slaapcentrum zo mogelijk moeten reïntegreren.
Kortom, het ontbindingsverzoek houdt verband met het opzegverbod tijdens ziekte. Werknemer zal reïntegreren en werkgever wordt veroordeeld in de kosten.
Het is voor een werkgever raadzaam de opzegverboden bij opzegging van de arbeidsovereenkomst nauwlettend in de gaten te houden.
www.rechtspraak.nl, LJN: BV3661
Anneloes de Graaf-Ardts, LL.B