Skip to Content

Het einde (is) in zicht: het pensioen in eigen beheer

Publicaties Familie- & Erfrecht

In het recente verleden hebben wij u als directeur grootaandeelhouder (DGA) al geïnformeerd over het in de eigen BV opgebouwde pensioen in eigen beheer. Het wetsvoorstel Uitfasering pensioen in eigen beheer is aangenomen en is met ingang van 1 april 2017 van kracht. Wat te doen?

Korte terugblik

Zoals bekend, zorgt het fenomeen pensioen in eigen beheer (PEB) voor verschillende problemen. Al hoewel het PEB ervoor zorgt dat de liquiditeit binnen de onderneming blijft, brengt het wel mee dat er ondernemingsrisico over het pensioenvermogen gelopen wordt. De kans bestaat zelfs dat in mindere tijden er eigenlijk geen geld meer voor pensioen is. Ook nam de Belastingdienst in de loop der jaren meer en meer een kritische houding in. Voorts werd de wetgeving rondom de PEB strenger. Tot slot kon de DGA steeds lastiger een dividend uit de vrije reserves aan zich zelf uitkeren. De Belastingdienst nam namelijk het standpunt in dat, ter bepaling van de vrije ruimte, rekening gehouden moest worden met de (hogere) commerciële waarde van de pensioenvoorziening in plaats van de lagere fiscale waarde. Daardoor werd de vrije uitkeerbare ruimte om een dividenduitkering te doen veel kleiner, wat ook wel als de ‘dividendklem’ geduid werd. De praktijk wees uit dat deze dividendklem als een loden last ervaren werd.

Het wetsvoorstel uitfasering PEB

Om (kort gezegd) aan alle problemen een eind te maken, is door staatssecretaris Wiebes het wetsvoorstel uitfasering PEB ingediend. In vogelvlucht brengt het wetsvoorstel mee dat verdere opbouw niet meer kan en dat onder voorwaarden het opgebouwde pensioen tegen gereduceerd kan worden afgekocht of mag worden omgezet in een oudedagsverplichting (ODV). Zo bedraagt de respectievelijke korting voor afkoop in 2017 34,5%, 2018 25% en 2019 19,5%. De op het oog overzichtelijke maatregelen, bracht wel een aantal knelpunten rondom de partner van de pensioengerechtigde aan het ligt (Zie hierna). Dat heeft ertoe geleid, dat het wetsvoorstel tijdelijk ‘on hold’ werd gezet waarna het werd aangevuld via een ‘Novelle uitfasering PEB’.

Recentelijk zijn beide voorstellen aangenomen door de Eerste Kamer. Daarmee is de mogelijkheid om een pensioen in eigen beheer op te bouwen voor de DGA afgeschaft. Vanaf 1 april 2017 kan dan ook een aanvang gemaakt worden met het afkopen of omzetten van het PEB. Via een delegatiebepaling is vastgelegd dat DGA's tot 1 juli a.s. de tijd krijgen om de formaliteiten rond premievrijmaking en het naar eigen beheer halen van extern verzekerd pensioenkapitaal in orde te maken. Dit alles betekent dus dat voor 1 juli 2017 het pensioen in eigen beheer premievrij moet zijn gemaakt. Maar, zoals al opgemerkt, de positie van de partner blijft onduidelijk.

Aandachtspunten partner

De nieuwe wet schrijft voor dat de (ex)partner van de DGA toestemming moet verlenen voor afkoop of omzetting. De rechten van de partner worden daardoor immers ook geraakt: het ouderdomspensioen zowel als het partnerpensioen verdwijnt dan. Voor een ex-partner geldt deels het zelfde: het verevende deel van het ouderdomspensioen (tijdens huwelijk opgebouwd) vervalt immers. Niet echter het tot echtscheidingsdatum opgebouwde partnerpensioen, waarop de ex-partner een zelfstandig recht tegenover de vennootschap behoudt, welk recht niet wordt beïnvloed door afkoop of omzetting. Ook de (ex-)partner heeft voor het vervallen van het vereveningsdeel van het ouderdomspensioen recht op compensatie, aldus de nieuwe wet.

In de wetsgeschiedenis is met name over deze compensatie veel geschreven. Helaas heeft de staatssecretaris op dit punt geen duidelijk gegeven of willen geven, anders dan dat het uitblijven van een voldoende compensatie aan de (ex-)partner fiscaal als belaste schenking kan worden beschouwd.  Het lijkt er op dat de staatssecretaris de omvang en wijze van compensatie aan de praktijk over heeft willen laten. Met alle onzekerheid van dien. In ieder geval zal een beoordeling van compensatie beginnen met een berekening van de waarde van de rechten die door afkoop of  omzetting vervallen.

Voor de wijze van compensatie zijn veel mogelijkheden beschikbaar. Naast betaling van een geldbedrag kan gedacht worden aan onder meer het afsluiten van een risicoverzekering met onherroepelijke begunstiging, wijziging van het huwelijksvermogensregime en overdracht van een deel van de aandelen (of certificaten) van de vennootschap waarin het omgezette pensioen (in dat geval in de vorm van een oudedagsverplichting) zich bevindt.