Skip to Content

DUO mag reisgegevens student opvragen ondanks privacyinbreuk

Publicaties IT & Technologie Privacyrecht
De Dienst Uitvoering Onderwijs (‘DUO’) kwam al eerder in opspraak door het opvragen van reisgegevens van studenten bij ov-chipkaartbedrijf Trans Link Systems. De kwestie heeft toen ook tot Kamervragen geleid. DUO controleert met de reisgegevens of studenten daadwerkelijk uitwonend zijn (en of zij dus rechtmatig aanspraak kunnen maken op een uitwonende beurs). DUO wil met deze methode frauderende studenten opsporen. Recent heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald dat de handelswijze van DUO is toegestaan, ook al maakt het opvragen van reisgegevens inbreuk op de privacy van de student. De uitspraak van de Raad wijkt af van een eerder gegeven oordeel van de rechtbank Den Haag. Wat speelde er? De studente in kwestie ontving een beurs voor uitwonenden. Om op deze beurs aanspraak te maken, was vereist dat de studente moest wonen op het adres waaronder zij bij de gemeente stond ingeschreven. Dat mocht niet het adres van (een van) haar ouders zijn. Medio 2015 ontving DUO een anonieme melding dat de studente op het adres van haar moeder zou verblijven. Daarop besloot DUO een onderzoek in te stellen naar de woonsituatie van de studente. Bij dit onderzoek betrok DUO verklaringen van buurtbewoners, maar ook de reisgegevens van de studente. De reisgegevens vroeg DUO bij Trans Link Systems op. De studente vond dat DUO daarmee ongerechtvaardigd inbreuk had gemaakt op haar recht op respect voor het privéleven als bedoeld in art. 8 EVRM. DUO meende echter dat zij haar bevoegdheid om reisgegevens op te vragen, kon ontlenen aan de algemene, voor bestuursorganen geldende artikelen 5:16 en 5:17 Algemene wet bestuursrecht (‘Awb’). Deze artikelen bepalen dat een bestuurlijke toezichthouder, zoals DUO, bevoegd is inlichtingen te eisen en inzage te vorderen in zakelijke gegevens en bescheiden. Hiermee zou DUO, volgens haarzelf, rechtmatig de persoonsgegevens van Trans Link Systems hebben verkregen. Opmerkelijk genoeg, in een andere zaak oordeelde de rechtbank Den Haag dat de reisgegevens die DUO opvroeg, niet van zakelijke, maar van persoonlijke aard zouden zijn en daarmee buiten de reikwijdte van artikel 5:17 Awb vallen. Collega Samuel Wiegerinck schreef hier reeds een interessante blog over. Oordeel Raad Onderhavige zaak wijkt af van het oordeel van de rechtbank Den Haag. Alhoewel het verzamelen van reisgegevens inbreuk maakt op de privacy van de studente in kwestie, had DUO volgens de Raad een goede reden om deze inbreuk te rechtvaardigen, namelijk fraudebestrijding. De belangrijkste overwegingen van de Raad worden hieronder opgesomd:
  • Reisgegevens kwalificeren ook als zakelijke gegevens De Raad gaat allereerst in op de kwalificatie van de reisgegevens. De door DUO opgevraagde reisgegevens zijn persoonsgegevens in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens   (‘Wbp’). In tegenstelling tot de rechtbank Den Haag, voegt de Raad daaraan toe dat de reisgegevens ook kwalificeren als ‘zakelijke gegevens’ in de zin van art. 5:17 Awb, hetgeen tot gevolg heeft dat de reisgegevens van de student met toepassing van voornoemd artikel door DUO mochten worden opgevraagd.
  • Voldoende duidelijke en voorzienbare wettelijke grondslag De Raad overweegt vervolgens dat art. 5:17 Awb een voldoende duidelijke en voorzienbare wettelijke grondslag voor het vorderen van de reisgegevens is. DUO licht de aanvragers van de beurs in over de controles die achteraf (kunnen) plaatsvinden. Uitwonendencontroles, zoals in onderhavig geval, vallen daar expliciet onder. Aldus was het voor de studente in kwestie voldoende duidelijk en voorzienbaar dat DUO in het kader van een onderzoek naar de rechtmatigheid van de aan haar verstrekte beurs, bevoegd was om op haar betrekking hebbende zakelijke gegevens te vorderen, waaronder ook de reisgegevens.
  • Gerechtvaardigd doel DUO heeft de reisgegevens van de studente opgevraagd met het doel onderzoek te verrichten naar de rechtmatigheid van de aan haar verstrekte beurs. Dit doel kan worden aangemerkt als het behartigen van het belang van het economische welzijn van Nederland, waaronder wordt verstaan het tegengaan en bestrijden van misbruik en fraude van sociale uitkeringen, aldus de Raad. DUO had derhalve een gerechtvaardigd doel om de reisgegevens op te vragen.
  • Proportionaliteit en subsidiariteit De Raad is bovendien van oordeel dat het opvragen van de reisgegevens in dit geval voldoet aan het subsidiariteits- en proportionaliteitsvereiste. DUO had al diverse andere methoden ondernomen om de vermeende fraude te onderzoeken die niet succesvol waren gebleken, er stonden haar geen minder ingrijpende middelen ter beschikking. 
  • Reisgegevens als aanvullend bewijs Tot slot overweegt de Raad dat de reisgegevens in beginsel niet als zelfstandig bewijs, maar slecht als aanvullend bewijs kunnen dienen voor de vraag of iemand rechtmatig een uitwonende beurs ontvangt. Oftewel, de reisgegevens an sich zijn niet voldoende om aannemelijk te maken of aan te tonen dat een student niet woont op het opgegeven adres. Een student kan immers gewoon vaak bij zijn of haar ouders op bezoek gaan, zonder dat diegene thuis woont.
Dit betekende in onderhavige zaak dat DUO de eerder aan de studente toegekende studiefinanciering, niet mocht terugvorderen. Kortom, DUO mag reisgegevens bij Trans Link Systems opvragen om te controleren of een student terecht een beurs voor uitwonenden ontvangt. Hiermee maakt DUO weliswaar inbreuk op de privacy van de student, maar die inbreuk is afhankelijk van de omstandigheden toegestaan. Vervolg Het oordeel van de Raad is in deze zaak een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraak dan ook geen hoger beroep instellen. Naast de in deze blog besproken kwestie, lopen nog een paar vergelijkbare zaken bij de Raad. Zodra hierover meer bekend is, brengen wij u op de hoogte. Meer weten? Neem vrijblijvend contact op met Karen Knook ( k.knook@banning.nl / 073-8000 936) of de overige leden van de Praktijkgroep Privacy.