Loonsanctie: werkgever is gewaarschuwd

expertise:

Arbeidsrecht

nieuwsbrief:

Wilt u meer weten over dit onderwerp, schrijf u in voor onze nieuwsbrief

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

27 april 2011

Het niet meewerken aan re-integratie levert een uitsluitingsgrond op voor loondoorbetaling. In een uitspraak van het Gerechtshof Leeuwarden is de werkgever toch gehouden om aan de werknemer het loon door te betalen, omdat hij in zijn brief aan de werknemer een onjuiste (wettelijke) grondslag hanteert. Volgens het Hof mag van een werkgever worden verwacht dat hij zijn woorden zorgvuldig kiest.

Werknemer (58 jaar oud) weigert, zonder deugdelijke grond, mee te werken aan re-integratie. De werkgever deelt aan werknemer bij brief mee dat hij overgaat tot het opschorten van het salaris, omdat de werknemer zich niet houdt aan de op hem rustende re-integratieverplichtingen. Nadat de werknemer aan zijn re-integratieverplichtingen voldoet, vordert de werknemer van de werkgever alsnog doorbetaling van het opgeschorte loon. In de procedure stelt de werkgever dat het loon niet is opgeschort, maar is uitgesloten. Van het, met terugwerkende kracht, betalen van het salaris is geen sprake.

De wet kent twee typen loonsancties ingeval van ziekte. De eerste sanctie betreft het opschorten van het salaris, indien de werknemer zich tijdens ziekte niet houdt aan redelijke controlevoorschriften. De andere loonsanctie betreft het uitsluiten van het salaris tijdens ziekte. De werknemer heeft geen recht op salaris, indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van de aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt; of voor de tijd gedurende hij door zijn toedoen zijn genezing belemmert of vertraagt; of voor de tijd gedurende hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond weigert passende arbeid te verrichten; of voor de tijd gedurende hij, zonder een deugdelijke grond, weigert mee te werken aan gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn hem in staat te stellen passende arbeid te verrichten; of voor de tijd gedurende hij, zonder deugdelijke grond, weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van het Plan van Aanpak; of voor de tijd gedurende hij, zonder deugdelijke grond, zijn aanvraag voor een WIA-uitkering later indient dan in de wet is voorgeschreven.

Voor het opleggen van beide typen sancties geldt dat de werkgever voorafgaand aan het opleggen van deze sanctie de werknemer hierover dient mee te delen. Binnen een redelijke termijn dient de werkgever de grond van de loonuitsluiting of loonopschorting mee te delen.

In de onderhavige zaak had de werkgever, conform deze mededelingsplicht, een brief gezonden naar de werknemer. In deze brief spreekt de werkgever van “opschorting van salaris” in plaats van “het uitsluiten van salaris”. Het Hof stelt de werknemer in het gelijk. Hoewel hier duidelijk sprake is van een uitsluitingsgrond (het zonder deugdelijke grond weigeren mee te werken aan re-integratie), dient de werkgever toch alsnog, met terugwerkende kracht, het salaris van werknemer te betalen, omdat de werkgever zelf spreekt van het opschorten van het salaris, in plaats van het uitsluiten van het salaris. De werknemer mocht er daarom op vertrouwen dat bij een hervatting van de re-integratie, alsnog zijn salaris met terugwerkende kracht zou worden betaald.

(Bron: Gerechtshof Leeuwarden 29 maart 2011, LJN BQ0686).