Capita Fraude en Concurrentie: Het Wetsvoorstel Acquisitiefraude Uitgelegd in deze Uitgebreide Blogpost

11 maart 2014

Vorig jaar namen de VVD en de SP het voortouw door een wetsvoorstel in te dienen om acquisitiefraude en spookfacturen tegen te gaan. Inmiddels heeft de Afdeling Advisering van de Raad van State, de vaste adviseur van de Tweede Kamer, haar commentaar geleverd. De reactie van de initiatiefnemers is nu ook binnen, wat betekent dat het wetgevingsproces goed op weg is.

Acquisitiefraude is een serieuze kwestie voor veel ondernemers. Van spookfacturen tot fraude met bedrijvengidsen, ‘Marktplaats’-fraude en misleidende kleine lettertjes, we hebben het over georganiseerde en professionele misdaad. Hoewel de exacte cijfers nog ontbreken, schatten MKB Nederland en het Steunpunt Acquisitiefraude de totale schade aan de Nederlandse economie op zo’n 400 miljoen euro per jaar. Uit een Benelux-onderzoek bleek bovendien dat 80 procent van de ondervraagde bedrijven wel eens benaderd is door frauduleuze partijen.

VVD en SP willen met hun initiatiefwetsvoorstel acquisitiefraude gericht tegen ondernemers tegengaan. Onder acquisitiefraude verstaan ze misleidende handelspraktijken tussen organisaties, waarbij verkoopmethodes worden gebruikt om vertrouwen te wekken en verwachtingen te creëren, met het doel de andere partij over te halen tot een overeenkomst waarbij de tegenprestatie onvoldoende of helemaal niet geleverd wordt.

Hun voorgestelde maatregelen zijn:
– **Civiel recht**: de regelgeving rondom misleidende reclame in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangepast om een “misleidende omissie” – het weglaten of verbergen van essentiële informatie bij een transactie – als onrechtmatig handelen te beschouwen;
– **Strafrecht**: acquisitiefraude tegen ondernemers wordt strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht.

De bereidheid van gedupeerde ondernemers om civiele actie te ondernemen is over het algemeen laag. Uit onderzoek blijkt dat de risico’s van een kostbare rechtszaak voor veel slachtoffers te groot zijn. Het is ook lastig om contracten die tot stand zijn gekomen door spooknota’s of andere vormen van acquisitiefraude te ontbinden. Dit is zeker het geval wanneer de gedupeerde al enkele termijnen heeft betaald, al dan niet per ongeluk.

Daarnaast willen ondernemers ook niet graag geassocieerd worden met wanbetaling, iets wat de acquisitiefraudeurs akelig goed weten uit te buiten. Het betalen van de kosten voortgekomen uit een fraude-overeenkomst wordt dan gedaan om de schijn van liquiditeitsproblemen, die de intrekking van lopende en toekomstige kredieten zouden kunnen veroorzaken, te vermijden.

In andere woorden, de fraudeurs hebben tot nu toe het spel gewonnen. Een moeilijke en onverteerbare conclusie. Dat gezegd hebbende, er zijn verschillende manieren waarop ondernemers zich kunnen verzetten tegen acquisitiefraude. Enkele voorbeelden uit de praktijk zijn onder andere:

– Betwisten dat er een toereikende volmacht is, waardoor ‘contracten’ met de fraudeur niet tot stand zijn gekomen;
– Een melding maken bij de Fraudehelpdesk;
– Een melding maken bij Dienst Justis;
– Aangifte doen van fraude bij de politie;
– In sommigen gevallen moet een rechter er aan te pas komen;
– Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk om via “reflexwerking” consumentenbescherming toe te passen op (kleinere) ondernemers.

Voor meer informatie over het wetsvoorstel kun je terecht bij deze documenten:

– Kamerstukken II 2013 – 2014, 33 712 (Voorstel van wet van de leden Gesthuizen en Van Oosten)
– Wetgevingsdocumenten (overzicht)
– Advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State (document)
– Gewijzigde Memorie van Toelichting (document)

Voor meer informatie kan je vrijblijvend mailen met Adriaan Buyserd (Linkedin en website). Wil je op de hoogte blijven? Download dan onze eBooks en nieuwsbrieven.