Blogtitel: Aanbesteding – Het Belang van het Dagvaarden van Alle Betrokken Partijen

08 juni 2015

Als je een rechtszaak aanspant over een aanbesteding waarbij meerdere partijen betrokken zijn als opdrachtgever, maar je vergeet alle betrokken partijen te dagvaarden, wordt je zaak onontvankelijk verklaard en verlies je – tenminste, als de gedaagde zich op dit verweer beroept.

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor de Meetdiensten op basis van het gunningcriterium economisch meest voordelige inschrijving (EMVI).

HHNK doet dit “mede namens” twee andere partijen, zo staat in de aanbestedingsdocumenten. De drie betrokken partijen willen “gezamenlijk aanbesteden”. HHNK fungeert als penvoerder en de drie partijen zullen gezamenlijk een langdurige overeenkomst sluiten met de winnende inschrijver.

Stedin, echter, verliest de aanbesteding. Teleurgesteld eist de onderneming dat de kort geding rechter HHNK veroordeelt tot heraanbesteding of subsidiair tot herbeoordeling.

HHNK beroept zich vervolgens op de exceptio plurium litis consortium (het verweer dat niet alle noodzakelijke partijen in het geding zijn betrokken). De voorzieningenrechter geeft HHNK gelijk:

In het perspectief van deze bepalingen kan de aanbesteding alleen worden geïnterpreteerd als HHNK, HHSK en WSHD die gezamenlijk als één aanbestedende dienst optreden, met HHNK als penvoerder. Gezien de gezamenlijke langdurige overeenkomst, kan de strekking van de aanbesteding niet anders dan na gunning van de opdracht aan de winnende inschrijver (in dit geval Westland) rechten en plichten scheppen voor HHNK, HHSK en WSHD gezamenlijk. In deze situatie moet de rechtsverhouding tussen HHNK, HHSK en WSHD, zowel intern als in relatie tot de inschrijvers, als ondeelbaar worden beschouwd. Dit betekent dat het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing ten aanzien van alle drie de aanbesteders in dezelfde zin luidt. Stedin heeft echter alleen HHNK gedaagd in dit kort geding. Volgens vaste rechtspraak betekent dit dat Stedin onontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen.

Eerder dit jaar oordeelde de Hoge Raad in een onteigeningszaak dat de exceptio plurium litis consortium alleen kan slagen als het rechtens noodzakelijk is dat de beslissing ten opzichte van alle betrokkenen hetzelfde luidt. Uit het kort geding volgt dat lagere rechters dit arrest interpreteren als dat bij een aanbesteding altijd alle betrokken partijen moeten worden gedaagd die gezamenlijk optreden als aanbestedende dienst / opdrachtgever. Let dus goed op wat er in de aanbestedingsdocumenten staat.

Wilt je op de hoogte blijven? Download dan onze eBooks en nieuwsbrieven.

Wil je meer weten over dit arrest en wat het betekent voor uw bedrijf? Neem dan vrijblijvend contact op met Martijn Jongmans (email:m.jongmans@www.banning.nl, contact, LinkedIn) of Adriaan Buyserd (LinkedIn).